Hier gaat echter de vergelijking ook mank.
Want we weten allemaal dat een computer en de daarop draaiende software geen
eigen leven kan leiden en geen eigen intelligentie ontwikkelt. Maar ónze
software, de ziel, heeft weldegelijk een eigen identiteit en een ik: ons lager
ik. In die zin is onze ziel een individu, een levend onderdeel van ons aardse
zelf, dat niet afsterft maar van leven naar leven meegaat en herinneringen en
ervaringen met zich meedraagt. Dat maakt het ook zo lastig: het is niet een
apparaat wat je zomaar de deur uit doet; onze ziel is een levend ding waar je
rekening mee te houden hebt.
Omdat we op aarde de 4e dimensie
betreden gaat alle vaste materie sneller trillen. Ook de materie waar wij in
wonen: onze lichamen. Door de hogere trilling hebben onze cellen meer ‘stroom’
nodig om gezond te kunnen functioneren. En deze stroom kan alleen van onze
geest komen. Daarom verandert ook de structuur van de materie waaruit onze zielen
zijn gemaakt. Dat is nodig om meer geest, meer hoger Ik, door te laten. En
hoewel we allemaal op een ander punt in onze ziele-ontwikkeling zijn, krijgen
we allemaal deze ‘upgrade’, dit nieuwe besturingssysteem. En dat geeft
verwarring. Want de ‘startknop’ zit ineens ergens anders en de icoontjes staan
op een andere plek of zien er anders uit, sommige icoontjes zijn er helemaal
niet meer, anderen zijn nieuw... je kunt niet meer op de automatische piloot in
je oude routines vervallen... het werkt niet meer. Dat merken we in de wereld
en dat merken we in ons persoonlijke leven. Alleen krijgen we er geen
handleiding bij. Dat is niet om ons te plagen, dat is simpelweg omdat dit
volkomen nieuw is: niemand weet hoe het uit gaat pakken, de 4e
sfeer-ontwikkeling op aarde.
Valt er dan helemaal niets over te zeggen? Wat
moeten we ons nou voorstellen bij dit nieuwe besturingssysteem, hoe ziet dat er
uit? Ik heb in de loop van de tijd geleerd dat ik altijd alles mag vragen, als
ik ook maar bereid ben om alle antwoorden te horen of geen antwoord te krijgen.
Dus als ik aan mijn vrienden in de geestelijke wereld vraag om toch te proberen
er íets over te zeggen laten ze mij het volgende beeld zien:
Een damspel. We kennen het allemaal: Een
bord met witte en zwarte vakjes met in die vakjes dezelfde kleur damstenen en
je moet elkaar slaan om als eerste aan de overkant te komen. Zwart tegen wit.
Dat is de oude zielestructuur: duaal, zwart of wit, zwart tegen wit. Maar stel
je nou eens voor dat op datzelfde dambord diezelfde damstenen niet ín de vakjes
staan maar op de kruispunten... je bent ineens niet meer bepaald tot de zwarte
(óf de witte) vakjes, je staat op zwart en wit tegelijk en je kunt je damsteen
bewegen over het grid in plaats van binnen de hokjes van één kleur... en als je
elkaar tegenkomt kun je gemakkelijk langs elkaar heen, je kunt alle kanten op
en je hoeft geen obstakels op te ruimen om verder te kunnen... alle regels van
het spel zijn hierdoor ineens totaal anders, allerlei nieuwe mogelijkheden...
en dat met hetzelfde dambord en dezelfde damstenen. En ook de hand die de
damstenen beweegt is dezelfde, alleen de spelregels en de mogelijkheden zijn
totaal veranderd.
Mijn geest begrijpt direct de reikwijdte en de
mogelijkheden van dit nieuwe spel, en als ik dat tot mijn aardse delen door
laat dringen komt mijn denken er tussendoor tetteren. Nu ontpint zich een
grappige conversatie tussen mijn hoofd en mijn geest:
Hoofd: Ja, maar
(als je dat hoort weet je direct dat je hoofd aan het woord is) als je de
ander niet hoeft te verslaan is er toch niks aan om het spelletje te spelen?
Geest: Hoezo? Je kan toch aan de overkant
willen komen, gewoon omdat jij daar wilt zijn? Daar hoef je toch niet persé
voor te vechten?
Hoofd: Ja, dat is wel waar, maar (!) dan heb je geen tegenstander nodig dus hoef je geen spelletje
met elkáár te spelen.
Geest: Nou, als iemand je uitdaagt kán dat
ertoe leiden dat je nog beter je best doet en er iets nog mooiers van maakt.
Als je in de gaten blijft houden dat het een spel is, dat bedoeld is om het
steeds beter te doen, iets nieuws te verzinnen of het mooier te maken, blijft
het leuk. Als je wilt winnen om te winnen, ben je niet meer bezig om iets moois
of nieuws te bereiken. Dan ga je dingen doen als de boel belazeren (doping,
scheidsrechters omkopen), alleen maar omdat je wilt winnen en dan heb je
feitelijk niets gewonnen...
Hoofd: [stilte] Je
hoort de radertjes knarsend tot stilstand komen en dit nieuwe concept
bekijken... ja, maar... [stilte]
Mijn geest houdt nog maar even wijselijk zijn
mond over de stap naar uitdagen door samenwerken...
Mijn geest begrijpt dat het vooral gaat over
het ontstijgen van de dualiteit en weet dat mijn hoofd dat lastig vindt. Want
zwart tegen wit, goed tegen fout daar kan mijn hoofd mee uit de voeten. Maar
dat iets zwart en wit tegelijk is, dat je écht alle kanten op kunt en dat je
niet noodzakelijk hoeft te vechten... ‘Leuk concept hoor’ zegt mijn hoofd nu, ‘maar... hoe doe je dat dan, hier op aarde?’ Een terechte vraag en hier wordt ook de functie van de voorbije
ontwikkeling duidelijk. Een ontwikkeling die ooit begonnen is met wat in de
bijbel verhaald wordt als de verbanning van Adam en Eva uit het paradijs omdat
Eva at van de boom van kennis van goed en kwaad.
In de enorme tijdsspanne die we nu afronden
hebben wij het onderscheid leren maken tussen goed en kwaad. En zoals culturen
opkomen, bloeien, decadent worden en in verval raken, zo geldt dat ook voor
deze ontwikkeling. En we zijn nu op de top van de ‘decadentie’: inmiddels delen
we alles in in goed of fout. Het eerste mag wel, het tweede niet en we zijn
constant bezig om zeker te stellen dat dat ook gebeurt (er mag niets ‘fout’
gaan). Deze ontwikkeling is klaar, is eigenlijk al óver de top en nu gaat het
erom dat we de verbinding met het ‘paradijs’ weer gaan leggen... mét ons nieuw
ontwikkelde vermogen. Onze goddelijke geest, die zich omwille van de afgelopen
ontwikkeling enigszins op de achtergrond heeft gehouden, heeft nu samen te
werken met het nieuw ontwikkelde aardse vermogen. Enkel in het geestelijke
concept leven maakt het zweverig (het ‘paradijs’); alleen van je aardse denken uitgaan
maakt het benauwd en beperkt. Er gaat dus een nieuwe verbinding tot stand komen
tussen onze geest en de ‘nieuwe mens’.
Dit gaat sowieso gebeuren, sterker nog: het is
al aan het gebeuren. Over hoe we dat proces wat makkelijker kunnen maken de
volgende keer meer, dus:
~ wordt vervolgd ~
Geen opmerkingen:
Een reactie posten