zaterdag, januari 02, 2010

Wat bezielt ons?

Een aanwijzing voor de komende drie jaar (2010 - 2012)

Veel mensen hebben zich afgevraagd of ik nog wel actief ben, omdat er zo weinig gebeurt op mijn weblog (dat ik eigenlijk gebruik als website, of misschien zelfs wel: digitale folder). Het tegenovergestelde is het geval: het is zo druk in mijn praktijk, dat ik in de afgelopen twee jaar geen tijd heb gemaakt om hier iets te schrijven. Dat de praktijk zo druk is heeft te maken met de tijdgeest: steeds meer mensen, in alle soorten en maten, voelen de behoefte om hun leven te begrijpen vanuit een ruimer perspectief dan alleen de aards-materiële werkelijkheid. En dat kenmerkt deze tijd, die ik – in navolging van Rudolf Steiner – de bewustzijnszielentijd noem.
Ik denk dat iedereen in de afgelopen jaren wel eens iets gelezen of gehoord heeft over ‘2012’. De Mayakalender eindigt in 2012, er verschijnen films over het ‘einde der tijden’, we hebben allemaal in de gaten dat het zo niet langer door kan gaan met het milieu, gevestigde systemen (bijv. de financiële) zijn niet langer houdbaar, de oude orde is aan het veranderen. Niet van de ene op de andere dag, maar toch... iedereen voelt dat er verandering gaande is. Sommige mensen geloven daarbij dat in 2012 de aarde zal vergaan of dat er allerlei rampen zullen plaatsvinden, anderen geloven dat er een groot wonder zal gebeuren.
Tijd
Ik ben geen fan van toekomstvoorspellingen. Want dat zou betekenen dat de toekomst vastligt en wat is dan nog de waarde van de vrije wilsbeschikking? Ook onze individuele verantwoordelijkheid heeft dan weinig waarde meer, want als alles toch al vastligt hebben wij er geen invloed op en zijn we er dus niet verantwoordelijk voor.
Toch leven we in een bijzondere tijd. Ik merk dat aan alles om mij heen en vooral in mijn praktijk. Wat is er nu dan zo anders? Wat is dan die ‘bijzondere tijd’ waarin wij leven?
Voor mij betekent tijd hetzelfde als ontwikkeling. Ik zeg: tijd is ontwikkeling. Dat betekent dat wij met z’n allen bepalen in wat voor tijd wij leven, afhankelijk van onze individuele en collectieve ontwikkeling. Maar ook hebben wij al een enorme ontwikkeling (tijd) achter ons. Een ontwikkeling die staat in het teken van de vergeestelijking van de materie. In de loop van een enorme tijdsspanne zijn wij bezig geweest om een steeds groter deel van ons geestelijke wezen in een fysiek lichaam te kunnen herbergen, laten leven en handelen. En die enorme ontwikkeling nadert een cruciaal punt in 2012.
Nulpunt
Op dit moment laat zich dat zien doordat veel mensen (en collectieven) door hun ‘nulpunt’ heengaan, daar omheen cirkelen of grote moeite hebben dit punt te vinden.
Wat houdt dat nulpunt in? Dat zou ik willen omschrijven als: het diepe besef dat je zowel aards mens als geestelijk wezen bent. Dus niet een van beide maar allebei. Tegelijkertijd. En dat is wat er in deze tijd met steeds meer mensen gebeurt. Als ik onze ontwikkeling met één grote pennenstreek en vanuit één perspectief (er zijn er veel meer) beschrijf, kun je zeggen dat de mens ooit aan zijn ontwikkeling op aarde begon met een natuurlijke verbinding met de geestelijke of godenwereld. Dat kwam omdat er nog maar een heel klein deel van zijn onstoffelijke wezen* kon leven in zijn lichaam. Dit onstoffelijke deel hing als het ware voor het grootste deel buiten het fysieke lichaam, waardoor de mens in staat was ook de onstoffelijke (geestelijke) wereld waar te nemen. We hadden een soort natuurlijke helderziendheid. Naarmate onze ontwikkeling vorderde kon de mens een steeds groter deel van dit niet-stoffelijke zijn in het lichaam herbergen. Maar dit betekende ook dat hij afgesloten raakte van de geestelijke wereld en steeds dieper in de materie terecht kwam en daardoor bepaald werd. En op een bepaald moment namen wij alleen nog maar de stoffelijke wereld waar. Op die manier hebben wij leren omgaan met de materie; we hebben in de loop van de tijd (= ontwikkeling) alle kanten van het leven gezien en ervaren en hebben ontdekt wat de aards stoffelijke wetten van oorzaak en gevolg zijn. Hierdoor hebben wij gewerkt aan de ontwikkeling van de vrije wil en het zelfstandige denken. En nu is het de beurt aan ons geestwezen om in het lichaam te komen wonen. In dat stoffelijke lichaam, dat in de loop van de tijd geschikt is gemaakt om een steeds groter deel van ons onstoffelijke zijn te dragen. Dat is wat er nu gebeurt en wat ik het nulpunt noem.
Nou, no big deal, zou je kunnen zeggen. Mooi toch? Ja, tuurlijk, prachtig, maar het heeft ook nogal wat voeten in aarde. En het is niet voor niets dat veel mensen ermee worstelen. Die worsteling zou ik, vanuit het nulpunt gezien, willen uitdrukken op een schaal van -10 tot +10.
Het ene uiterste -10 betekent dan: helemaal vastzitten in de materie en denken dat dit alles is. Dat kan betekenen dat je denkt dat het alleen maar gaat om het verwerven van spullen en geld en tot de ontdekking komen dat je alles hebt maar toch doodongelukkig bent. Maar ook: jezelf een speelbal van het lot voelen en daar depressief van worden of een burn-out van krijgen. Of boos worden op alles en iedereen om je heen, want dat zijn de machthebbers die jouw leven bepalen.
Het andere uiterste +10 houdt in: denken dat alles alleen maar gaat om de geest. De aarde is een tranendal en je moet je best doen om er zo snel mogelijk weg te komen door verlichting te bereiken. Je raakt los van de aarde, zweeft in de zevende hemel en ontkent daarmee het aardse bestaan. Dood gaan is niet erg en wie ziek wordt heeft iets verkeerd gedaan. Zo kan het gebeuren dat mensen denken dat je ziekte alleen maar met geestkracht hoeft te bestrijden en ‘vergeten’ om de middelen die het lichaam nodig heeft in te zetten.
Door het nulpunt gaan, beseffen dat je zowel aards mens als geestelijk wezen bent, betekent dat je je leven vanuit een heel ander perspectief gaat bekijken. De gebeurtenissen in je leven, de ‘voldongen feiten’, het ‘van buiten komend onheil’ krijgen een andere betekenis. Of beter gezegd: krijgen betekenis. Sterker nog: je hebt het zelf in scène gezet.** En daar had je, vanuit de wijsheid van je geestelijke wezen, goede redenen voor. Dat lijkt heel eng (eigen schuld, dikke bult), maar het tegenovergestelde is waar: want als jij zelf de regisseur bent van dit hele (levens)verhaal, dan betekent dat ook dat jij de touwtjes in handen hebt. Dat je er iets aan kunt doen. Niet een ander, maar jij hebt de macht in handen. En ja, dat betekent natuurlijk ook verantwoordelijkheid nemen voor je leven, en dat is niet altijd makkelijk. Daar kom ik later op terug.
Acceptatie
Vanuit geestelijk perspectief zien de gebeurtenissen in je leven er heel anders uit dan vanuit het aardse perspectief. En door het nulpunt gaan betekent dat je er niet vanuit één perspectief naar kijkt, maar vanuit beide. Maar hoe doe je dat? Want ja, het leven doet vaak pijn en dat kun je niet ontkennen of wegnemen door er betekenis aan te geven. Het gaat er dus om de aardse realiteit te erkennen en tegelijkertijd te zoeken naar de betekenis ervan, ofwel: wat kun je ermee. Want hoe je het ook wendt of keert, wie je ook denkt dat er verantwoordelijk is voor de gebeurtenissen in jouw leven: het gebeurt in jouw leven, jij hebt ermee te maken, daar ontkom je niet aan.
De eerste sleutel naar het vinden van dit geestelijke perspectief is acceptatie. Acceptatie betekent dat je je verzet tegen wat is, opgeeft. Want verzet maakt het meestal erger dan het al is. De dichter Leopold heeft eens een mooi kwatrijn geschreven waarin dit tot uitdrukking komt:
Hoe ook het lot met kwelling u mag slaan,
Wees stil, gij maakt het erger, laat begaan;
Wie duwt de golven van de zee terug?
Het pogen zelf doet weer een golf ontstaan.
Zelf heb ik erg veel moeite gehad met ‘acceptatie’, ik had daar veel weerstand tegen. Ik dacht: als je alles accepteert dan gebeurt er niks meer in de wereld, dan doe je nergens meer iets aan. Dan leg je je overal bij neer en denk je ‘laat maar’. Dan word je onverschillig. Dat was mijn overtuiging en daarom had ik grote weerstand tegen acceptatie. Ik vond het eng. Toch ben ik het gaan uitproberen, om alles waar ik moeite mee had en niet blij mee was, bewust te gaan accepteren. En toen gebeurde er iets heel wonderlijks. Wat bleek? Als ik een situatie of gebeurtenis echt accepteerde, me er niet tegen verzette en kon zeggen ‘oké, het is er’, stond mij ineens glashelder voor ogen wat me te doen stond. Het tegenovergestelde van waar ik bang voor was gebeurde dus!
Door te accepteren dat is wat is, neem je letterlijk de eerste stap in het geestelijke perspectief. Vanuit het aardse perspectief beoordelen wij steeds alles op goed en fout en vervolgens wordt het één goedgekeurd en het ander afgekeurd. Het geestelijke perspectief zegt: het is. En dat impliceert: niet veroordelen. Als je iets veroordeelt verklein je letterlijk je bewustzijn en je waarnemingsveld. Want als je iets veroordeelt, zeg je eigenlijk ‘dit mag er niet zijn, weg ermee, ik wil het niet.’ Zoals iemand die door de rechter veroordeeld wordt, weggestopt wordt in de gevangenis. Maar daarmee is het probleem niet opgelost, het is alleen tijdelijk weg en komt ooit weer terug. Het is er dus nog steeds, alleen doe je net alsof dat niet zo is. Je steekt je kop in het zand. Je sluit een deel van de werkelijkheid buiten en zorgt er dus letterlijk voor dat je dat deel van de werkelijkheid niet ziet. Door niet te veroordelen sta je jezelf toe alles wat is te zien, en dat vergroot je perspectief. Sterker nog, het opent een wereld aan mogelijkheden die je niet had kunnen bedenken. Het aardse perspectief beperkt je tot het denken, het geestelijk perspectief inspireert. En dan zie je ineens creatieve oplossingen voor situaties die onmogelijk op te lossen leken. Daardoor hou je op met te handelen tegen iets (verzet) maar ga je datgene doen waar je voor bent. En dat zet een hele nieuwe energie in gang. Dan voeg je iets toe aan de werkelijkheid van het leven. Dat heet creatie, scheppen.
Integratie
Het nulpunt zegt dus: goed en fout bestaan wel, maar zijn het niet. Respectievelijk de aardse en de geestelijke werkelijkheid, samengevoegd. Door het nulpunt gaan betekent: constant in een paradox staan tussen twee schijnbaar onverenigbare uitersten, deze beide erkennen en vervolgens samenvoegen op een hoger plan. Dat heet integratie. En dat is waar we in deze tijd mee bezig zijn, zowel op micro- als op macroniveau.
Door de eeuwen heen hebben wij ons door eenzijdigheid kunnen ontwikkelen. Alleen door eenzijdigheid, door specialisatie, kun je iets tot op de bodem uitzoeken, ontwikkelen en verder brengen. We hebben een matriarchale en een patriarchale cultuur gekend. We hebben vanuit de natuurgeneeskunde de allopatische medische wetenschap ontwikkeld. We waren jagers, (biologische) boeren en hebben de industrialisatie meegemaakt. Al deze eenzijdigheden waren nodig om tot nieuwe ontwikkelingen te komen en nu is het moment aangebroken waarop we alles wat we ontwikkeld hebben willen samenbrengen. Dus niet meer het een of het ander, maar het samenvoegen en op een hoger plan brengen. De medische kennis samenvoegen met de natuurlijke geneeskunde, mannelijke en vrouwelijke kwaliteiten laten samenwerken, de wetenschap gebruiken om op een verantwoorde manier te produceren.
Op microniveau stoeien de uitersten denken (bovenpool) en willen (onderpool) met elkaar. Zoals ik al schreef hebben we in de loop van de tijd gewerkt aan de ontwikkeling van de vrije wil en het zelfstandige denken. Maar als het denken op zich blijft staan, als we eenzijdig doorslaan in het denken, krijgen we een koude, kille maatschappij met regeltjes en voorschriften die als een eenheidsworst voor iedereen gelden. Slaan we door in de vrije wil, dan kan je alles maar roepen en doen. Je laat je leiden door je onderbuik of wordt overweldigd door emoties die je machteloos en boos maken. Waar we naartoe willen is dat denken en willen gaan samenwerken, elkaar bevruchten. Zodat ons willen wordt doordrongen met de rust en de koele nuchterheid van het denken en ons denken door de warmte en de activiteit van het willen. Ook hier ligt het nulpunt in het midden: in het voelen dus. En verwar emoties niet met gevoelens. Emoties zijn onverwerkte gevoelens. Emoties zitten in je onderbuik en zetten aan tot ongecontroleerde acties, waarbij je hoofd zo verhit raakt dat je niet meer helder kunt nadenken; gevoelens zitten in het midden, in het hart, en leiden tot doordacht en verantwoord handelen. Individueel verantwoord handelen. En daar ligt de volgende sleutel voor de komende tijd.
Individuele verantwoordelijkheid
Door het nulpunt gaan betekent namelijk ook dat tot je doordringt dat je leven op aarde niet een toevallige aaneenschakeling van gebeurtenissen is. Het begint tot je door te dringen dat de dingen die in je leven gebeuren, de omstandigheden waar je mee te maken hebt, allemaal met jou te maken hebben. Dat ze je iets te vertellen hebben, dat het over jou gaat.
In de tijd (= ontwikkelingsfase) dat we helemaal afgesloten waren van de geestelijke wereld, hadden we leiders nodig die ons vertelden wat we moesten doen. Bemiddelaars tussen hemel en aarde (geestelijk leiders), die wisten wat ‘het beste’ voor ons was. In deze tijd, waarin ons geestwezen steeds verder doordringt in ons fysieke lichaam, nemen we zelf, individueel, de leiding over ons leven op. En dat betekent dat ons wel en wee niet meer de verantwoordelijkheid is van een ander. Dat houdt in dat we individueel verantwoordelijk zijn voor ons doen en laten. Dat je niet meer kunt zeggen dat een ander er schuldig aan is als het met jou niet goed gaat, noch dat een ander ervoor kan zorgen dat het wel goed met je gaat.
De hamvraag hierbij is: waarvoor kun je wel en waarvoor kun je geen verantwoordelijkheid nemen. Ofwel: waarover heb je wel en geen macht. Als je bijvoorbeeld een persoon in je leven hebt die constant iets doet waar jij je onprettig, ongemakkelijk of zelfs ongelukkig door voelt, dan heb je natuurlijk geen macht over hoe die persoon zich gedraagt. Maar je kunt je wel afvragen waarom je met zo iemand te maken hebt. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je je door deze persoon zo ongemakkelijk voelt omdat hij of zij constant over je grenzen gaat en je er daardoor achter komt dat je geen ‘nee’ kunt zeggen. Of dat diegene je uitdaagt om voor jezelf op te komen, of dat iemand je dwingt standpunten in te nemen en te bedenken wat je eigenlijk wilt. Of iemand irriteert je mateloos. Dan kun je je afvragen waarom dat zo is. Irritatie is een prachtig waarnemingsorgaan. Irritatie betekent: die persoon doet iets wat wrijving bij mij veroorzaakt en die wrijving is van jou, niet van die ander. Het kan zijn dat die ander je een spiegel voorhoudt, dat hij gedrag vertoont waar jijzelf ook toe neigt, maar wat je van jezelf niet wilt zien. Het kan ook zijn dat die ander een gevoelige plek bij je aanraakt, een diep weggestopte herinnering aan vroeger, iets wat nog niet verwerkt is. Of dat die persoon iets doet wat jij eigenlijk ook wel wilt maar niet durft. Als je er achter kunt komen waardoor die irritatie veroorzaakt wordt en daarmee iets doet, dan ben je weer een stap verder. Wat voor stap verder? In het vervolg heb je dan geen last meer van mensen die zich zo gedragen, hun gedrag prikkelt jou niet meer. Sterker nog, je merkt op een gegeven moment dat je niet eens meer met ‘dit soort mensen’ te maken hebt... op een wonderbaarlijke manier zijn ze uit je leven verdwenen. Je komt er niet meer mee in aanraking.
Natuurlijk kun je ook zeggen: ik snij dit uit mijn leven, ik wil er niets mee te maken hebben en de relatie met deze persoon verbreken. Dat kan, dat ligt binnen jouw macht. En vervolgens zal blijken of je er inderdaad niks mee te maken hebt. Als het soort problemen of ongemakken dat deze persoon bij je veroorzaakte vervolgens uitblijft dan is het klaar. Maar de kans bestaat dat je steeds weer opnieuw zo iemand treft. Weer een ‘foute’ partner, weer zo’n collega. Of dat je weliswaar met die persoon gebroken hebt maar dat je er over blijft malen. Hij (of zij) laat je niet los, je voert hele gesprekken met hem in je hoofd, je bedenkt wat je toen en toen had kunnen zeggen of doen, je spreekt die persoon eens flink toe in gedachten. Dan heb je met diegene gebroken en toch is hij er nog. Dan gaat het dus duidelijk niet over die ander maar is het van jou. Wat je niet los laat is van jezelf.
Over alle personen en situaties in je leven, of je ze nou leuk vindt of niet, kun je één ding zeggen: ik heb ermee te maken. Het gebeurt in mijn leven. Dat is acceptatie. En de vraag is: wat heb ik ermee te maken, wat kan ik ermee, wat wil het mij vertellen over mijn diepste voornemens, verlangens, idealen en doelen. Daar ben ik en niemand anders verantwoordelijk voor. Nogmaals: je hebt geen macht over andermans gedrag. Je hebt alleen macht over hoe je daarmee omgaat. Daar kun je verantwoordelijkheid voor nemen.
Het is een manier van naar het leven kijken die veel mensen eng vinden. Dat heeft veel te maken met een calvinistische inslag. Al snel wordt ‘eigen verantwoordelijkheid’ gelijk gesteld aan ‘eigen schuld’. Maar dat komt voort uit oordelen – daar hebben we het al over gehad bij acceptatie. ‘Eigen schuld’ werpt je terug, je komt erdoor in het donker te staan en je ziet geen uitweg. ‘Eigen verantwoordelijkheid’ maakt dingen juist helder, je kunt erdoor vooruit en het geeft de ervaring van vrijheid. Het is bevrijdend om te ervaren dat je veel meer macht hebt over je leven dan je dacht. Om te merken dat, als je datgene waar je verantwoordelijk voor kúnt zijn opneemt, je leven verandert. En dan kom je tot de ontdekking dat een ander (of een situatie) daar niet voor hoeft te veranderen, maar er wel door kán veranderen (actie-reactie). Of niet ­– je hebt tenslotte geen macht over een ander – maar dan kun je in alle vrijheid zeggen: ik kies dit niet in mijn leven, het is mooi geweest, ik heb het niet meer nodig. Als dat echt zo is, als het voor jou klaar is, als je er uit hebt gehaald wat er voor jou in zit, blijft het ook weg.
Op dit moment komen er misschien allerlei concrete voorbeelden in je op waarvan je je niet voor kunt stellen dat de wetmatigheden, die ik hierboven beschrijf, er op van toepassing zijn. Ik kan en wil hier niet te uitgebreid ingaan op alle mogelijke individuele situaties. Ik kan alleen zeggen dat als het geestelijke perspectief erbij betrokken wordt, het echt op deze manier werkt. Dat is niet alleen mijn persoonlijke ervaring, ik zie het wekelijks gebeuren in mijn praktijk. Ook ten aanzien van verschrikkelijk moeilijke en pijnlijke situaties als ziekte en dood. En ik beweer niet dat het dan geen pijn meer doet of dat je geen verdriet meer hebt of dat het dan alleen nog maar leuk is en ‘halleluja’. Wat ik elke keer weer zie is dat mensen ondanks de moeilijkheden, de pijn of het verdriet, verder kunnen met hun leven, dat hun leven begrijpelijk voor ze wordt en dat ze weten wat hen te doen staat.
De nieuwe tijd
‘Verbeter de wereld, begin bij jezelf’ is letterlijk waar. Onze individuele ontwikkeling bepaalt ons collectieve bewustzijn. De verantwoordelijkheid die wij nemen voor ons individuele leven zal zich als vanzelf uitdrukken in de collectieve verantwoordelijkheid voor al het leven hier op aarde, inclusief voor de aarde zelf.
De nieuwe tijd, ofwel: de nieuwe ontwikkeling, houdt in dat wij ons bewust worden van wie we zijn. Aards mens en geestelijk wezen. Niet één van beide maar allebei. Dat houdt in dat wij hier op aarde gaan leven als geestelijke wezens die in een fysiek lichaam wonen, bewuste individuen die de leiding over hun eigen leven op zich nemen en daar verantwoordelijkheid voor dragen. De tijd van ‘volg de leider’ en goeroes is voorbij. In de bewustzijnszielentijd kun je niet meer op basis van een autoriteit buiten je handelen. Bijvoorbeeld omdat de paus of de imam het zegt, of de legerleiding. Je kunt alleen nog datgene doen waar je zelf, als individu, achter staat en verantwoording voor af kunt leggen. ‘Hij zei dat ik het moest doen’ gaat niet meer. Niet voor niets keren zo veel militairen terug van buitenlandse missies met grote problemen. Ze hebben dingen gezien of moeten doen die te zeer indruisen tegen alles waar ons geestelijke wezen voor staat. Het druist in tegen onze natuur en dat wordt steeds duidelijker. Alles wat rot en ziek is, alles wat onzuiver en corrupt is, komt boven water – omdat ons hoogste geestelijke wezen stap voor stap ons fysieke huis (lichaam) aan het betrekken is.
Als je de krant leest of naar het journaal kijkt, kun je zeggen: ‘Waar slaat dit verhaal op, alles wat hier staat lijkt verder weg dan ooit.’ Dat zie ik anders. Ik zie het als een bevalling. Als er iets nieuws geboren gaat worden, wil doorbreken, gaat dit altijd gepaard met het oplopen van druk, spanning, zelfs geweld (een bevalling is oergeweld). De krachten bouwen zich op (crisis) om de bestaande orde te kunnen doorbreken (catharsis). Toen Bush voor de tweede keer gekozen werd vond ik dat echt heel erg, maar ik begrijp nu dat juist daardoor een grote groep mensen schoon genoeg heeft gekregen van oorlog. En nee, de oorlog is nog steeds niet voorbij... moet het dan eerst nog erger worden?
Dit is het punt waarop ik ‘wonderen’ verwacht in de komende jaren. Van de buitenkant gezien lijkt het allemaal steeds erger te worden, maar ondertussen is een stille kracht gaande – in individuele mensen. En dat zie je niet op het journaal. Zonder dat we het in de gaten hebben vormt zich een collectief dat leidt tot een kritische massa. Daar hebben we al een voorproefje van gehad in 1989, toen het ijzeren gordijn viel. Niemand zag het aankomen en ineens gebeurde het. Als een donderslag bij heldere hemel.
Het groeiende bewustzijn van steeds meer individuele mensen – omdat ze tot de ontdekking komen dat ze machtige geestelijke wezens zijn in plaats van alleen maar afhankelijke mensen – zullen de gebeurtenissen in deze tijd bepalen. Ik verwacht niet dat de aarde zal vergaan in 2012 noch dat we allemaal op zullen stijgen naar de hemel (of het koninkrijk gods, zo je wilt). Nee, eerder andersom: ‘uw koninkrijk kome’ betekent dat het hier gebeurt. Letterlijk: wij halen ons goddelijke wezen naar de aarde, brengen individueel een stukje hemel op aarde en dat kan zich als een olievlek uitbreiden. Daardoor zullen situaties ‘ineens’ volledig om kunnen slaan, veranderen. Op een manier die we nu niet voor mogelijk houden. Dat is het soort wonderen dat ik voorzie. En dat zijn geen wonderen van god of wie dan ook buiten onszelf, nee, dat doen en zijn wij zelf.
En ja, crisis hoort daarbij, zowel individueel als op wereldschaal. En dat betekent niet dat je zegt ‘laat maar, het hoort erbij, niks aan te doen.’ Als een vrouw gaat bevallen laat je haar ook niet aan haar lot over om, als de pijn en het geweld van de bevalling over is, het kind op te komen halen. Grote kans dat er dan ondertussen iets helemaal is misgegaan. Nee, je accepteert dat het erbij hoort en doet er alles aan om het kind gezond geboren te laten worden met zo min mogelijk schade voor de moeder. De een doet dat door zich in te zetten voor het milieu, de ander voor derde wereldlanden, weer een ander door mantelzorg, ik doe dat door individuele mensen te helpen. Maar wat je ook doet, het begint en eindigt met je individuele ontwikkeling en verantwoordelijkheid. Daardoor ontstaat de kritische massa. En daar kunnen we allemaal iets mee. We kunnen vanuit ons huis de wereldvrede niet tot stand brengen, het begint bij vrede in je eigen huis. Als we iets willen doen aan wat er in de wereld gebeurt dan liggen de sleutels bij onszelf: acceptatie (incl. niet veroordelen), integratie (niet het een of het ander, geen compromissen, maar ‘the best of both worlds’) en individuele verantwoordelijkheid. Dat is wat wij ieder in handen hebben voor ‘De Nieuwe Tijd’.
Léonne Meiresonne
Den Haag, 31 december 2009
Met dank aan iedereen die een rol heeft gespeeld in mijn leven, aan alle mensen die de moeite hebben genomen hun wijsheid met de wereld te delen en aan mijn begeleiders in de geestelijke wereld.
Verspreid dit stuk zoveel je wilt, zonder toestemming en zonder wijzigingen, maar graag met verwijzing naar mijn website: www.gidswerk.nl. Niet vanwege mijn persoon maar omwille van het geestelijk werk.
* Ons onstoffelijke wezen bestaat uit verschillende delen, zoals bijv. etherlichaam, astraal lichaam (ziel) en geest (hoger ik), maar daar wil ik nu niet te diep op in gaan, want dan wordt het veel te ingewikkeld. Wie daar meer over wil lezen raad ik het boekje: ‘Eerst zien, dan geloven’ aan van Wim Schuwirth (uitg. Kok, Kampen). Hij legt op de meest heldere en eenvoudige manier het vierledige mensbeeld uit.
** Ik weet dat sommige mensen hier niet goed van worden of zelfs heel boos. Dat heeft te maken met wat Karin Spaink ooit de ‘orenmaffia’ noemde. Terecht, want die gedachtegang is zo plat als een dubbeltje. Niemand bedenkt van te voren ‘oh, kom, ik ga eens leuk een verschrikkelijke ziekte doormaken of heel erg eenzaam worden of veel te jong dood gaan’. Zeggen dat je dat zelf hebt gewild slaat nergens op en is totaal onvruchtbaar. Dat slaat alles dood. Het werkt allemaal veel subtieler en ligt bovendien voor elk individu anders. We richten ons lichaam en onze levensomstandigheden zo in, dat het ons precies dient in wat we willen ontwikkelen. Helemaal op maat gesneden. En ons lichaam en de omstandigheden waarschuwen ons als we van ons voornemen wegraken. Dat heeft niks te maken met ‘eigen schuld, dikke bult.’ Lichaam en leven vormen een prachtig individueel handboek voor wat je je hebt voorgenomen. We zijn alleen nog aan het leren dit boek te lezen.