zondag, november 25, 2012

Ziel en geest – 6


Alles in deze tijd vraagt van ons om wat meer door de buitenkant heen te gaan kijken en de bewegingen achter de aardse werkelijkheid te gaan zien. Dat hetgeen er in je leven gebeurt niet door de uiterlijk waarneembare werkelijkheid bepaald wordt begrijpt iedereen tot op zekere hoogte wel. Kijk maar naar getuigenverklaringen: de een heeft dit gezien, de ander dat en toch hebben ze het allebei over hetzelfde voorval. Of kijk eens naar de uiteenlopende uitwerkingen van de opvoeding op de verschillende kinderen uit één gezin. De een heeft daaraan iets heel anders beleefd dan de ander. Waar de een tegen te hoop loopt is iets waar de ander zich niet druk over kan maken.

Door de overgang naar de 4e dimensie is ons hoger Ik, onze geest veel duidelijker aanwezig en nemen wij in toenemende mate waar wat er achter de uiterlijkheid gebeurt. Tien jaar geleden was het nog afdoende als iemand de woorden ‘excuus’ of ‘sorry’ uitsprak. Dan was de kous af en moest je niet meer zeuren. Tegenwoordig voelen we precies of deze woorden waar zijn of niet. Ofwel: of de betekenis van het uitgesproken woord overeenstemt met de trilling die iemand daarbij uitzendt. We worden steeds gevoeliger, dat gaat vanzelf. We kunnen het niet eens tegenhouden. De vraag in deze tijd is dus niet ‘hoe word ik gevoeliger’ maar ‘hoe leer ik omgaan met die nieuwe gevoeligheid’.

De wijze waarop wij ons denkvermogen gebruiken is op dit moment vooral beperkend en beknellend. Dat werkt zo: Er gebeurt iets (iemand zegt, vraagt of doet iets). In de eerste seconde neem je precies en zuiver waar wat dat met jou doet: je voelt hoe dat met jou resoneert. Direct daarop vellen we een oordeel over deze resonantie: hij is goed of fout, hij mag wel of niet. Als hij niet mag stoppen we hem weg en begint ons denken direct op volle toeren te draaien hoe we dit nu op moeten lossen. Het wordt heel ingewikkeld en je weet niet wat je moet doen. Je hebt een probleem. En je denkt dat je een probleem hebt met een ander maar eigenlijk heb je een probleem met jezelf. Want je hebt iets gevoeld en dat mag er niet zijn.

Een voorbeeld: Iemand vraagt je iets te doen. Je voelt direct weerstand en voelt ook dat er weliswaar een vraag is gesteld maar dat het eigenlijk gewoon de bedoeling is dat je hier ja op zegt. Ergens denk jij ook dat je dit hoort te doen maar ondertussen zegt alles in jou ‘nee’. En dan begint het gedonder. Zodra er dissonantie is schakelen we ons hoofd in om het op te lossen en worden de problemen alleen maar groter en ingewikkelder. Terwijl wat je voelde eigenlijk zo duidelijk en helder was als het maar kan. Echter, dit heldere gevoel mag er niet zijn. En juist doordat het er niet mag zijn kom je in de problemen. Je gaat in de weerstand en het verzet en gaat dingen doen en zeggen waar je spijt van krijgt: je zegt ja op iets wat je eigenlijk niet wilt of je gaat onaangename dingen tegen de ander zeggen. Hoe dan ook voel je je niet prettig... omdat je iets wegstopt wat er IS. En dan is er dissonantie IN jou, je wezensdelen schuren met elkaar.

Je kunt jezelf ook tijd geven. Neem je eerste gewaarwording serieus en zeg dat je er op terug komt. Want dat is ook zoiets: je dénkt dat je direct antwoord moet geven. Maar wie zegt dat? Is dat waar? Nee. Een ander wil dat misschien wel en dat is zijn goed recht maar jij hebt de vrijheid om daar een besluit in te nemen. Niemand kan jou dwingen. Dat is wel waar. Ga vervolgens rustig zitten en aanschouw wat je in dat eerste moment voelde, zonder oordeel. Dus zonder te bepalen of dit gevoel goed of fout is. Want het punt is dat je gevoel er nu eenmaal is, of je het nu goedkeurt of niet. Als je het afkeurt kún je het niet eens meer aanschouwen. Energetisch werkt het namelijk zo: als je iets veroordeelt trek je een muur op in je waarnemingsveld en alles wat zich achter die muur bevindt kun je niet zien. Zonder oordeel is je waarnemingsveld veel groter en kun je helder zien. Leid je aandacht vanuit je hoofd, door je hals naar beneden tot je op de hoogte van je hart bent gekomen. Ga dan met je aandacht naar voren en maak vanuit die plek (dat is je hartchakra) een voorstelling van het moment waarop (in dit voorbeeld) de vraag gesteld werd. Voel wat er met je gebeurde en verken dit gevoel. Zonder oordeel. Pas dan kun je waarnemen wat er werkelijk met je gebeurde en vaak blijkt dat dit gevoel je iets heel anders wil vertellen dan je dácht (dus de reden dat je het wegstopte klopte niet eens). Vervolgens vinden er kleine wondertjes plaats: je krijgt een ingeving, je krijgt een nieuw idee, je weet ineens precies wat je te doen staat. En al die ingewikkelde vragen die je had zijn niet eens meer aan de orde, ze zijn vervallen. Eigenlijk begrijp je niet meer zo goed wat er nou zo moeilijk was.

Wat je op zo’n moment doet is een ander deel van je denkvermogen aanspreken, namelijk je voorstellingsvermogen. Je rechter hersenhelft gaat dan een samenwerking aan met je hart. En dan kom je in de grenzeloze vrijheid van het denken. In dít denken, het voorstellingsvermogen, kunnen wij de ultieme vrijheid ervaren: alles is mogelijk en de creatieve oplossingen zijn onbeperkt. Vervolgens komt je linker hersenhelft als vanzelf in een dienstbare rol, gevoed en gestimuleerd door de warmte van wat mogelijk is, door de in-spiratie: de Geest die in komt. Dat waar jouw motortje van gaat lopen.

Een ander voorbeeld: Je hebt een relatie en je voelt je aangetrokken tot iemand anders. Je hoofd zegt direct dat dit niet mag of kan en drukt het verlangen weg. Echter, de kracht waarmee je iets wegdrukt veroorzaakt een tegenkracht die net zo sterk is. Het verlangen wordt daardoor groter en krijgt spookachtige vormen. Het wordt groter en enger dan het eigenlijk is. Ook hier geldt: je kunt wel tegen jezelf zeggen dat iets niet mag, maar dat helpt niet want het is er toch. In je voorstellingsvermogen kan en mag dit altijd, daarin ben je volkomen vrij. Doe het bovenstaande, ga met je aandacht naar je hartchakra en maak van daaruit je onbegrensde voorstellingen (dat is iets anders dan vanuit je hoofd gaan zitten fantaseren hoe het is om met twee mensen een relatie te hebben). Dan geef je jezelf de ruimte om waar te nemen wat werkelijk gevoeld wil worden – meestal iets anders dan je dacht – en ik geef je op een briefje, dan zie je mogelijkheden die je niet kon bedenken.

Eigenlijk is ons denken zo vrij als een vogeltje. Als we het onszelf maar toestaan. En je hebt een prachtig waarnemingsorgaan gekregen om dit vermogen te gebruiken: irritatie. Irritatie betekent dat iets in de buitenwereld niet resoneert met jouw trilling. Dat veroorzaakt energetische schuring en dat ervaren wij als irritatie. Echter, langzamerhand is irritatie ook onder de afdeling ‘kan niet, mag niet’ komen te vallen. Hetzij omdat het leidt tot onbeteugelde daden hetzij omdat alles ‘harmonieus’ moet zijn. Dus stop je het weg. Je schakelt daarmee een belangrijk waarnemingsorgaan uit. Vanuit de geestelijke wereld ziet dat er zo uit: Je sleutel past niet in het slot maar je doet net alsof dat niet waar is en blijft doordouwen. Het resultaat is dat je sleutel breekt of het slot kapot gaat (of allebei) en de deur is nog steeds dicht.

Als je irritatie kunt beschouwen voor wat het is – trillingen die niet met elkaar resoneren, een nuchter feit – mag het er zijn en kun je er naar kijken. Want dit waarnemingsorgaan geeft je een belangrijke boodschap. Achter elke irritatie schuilt namelijk een ideaal. En op het moment dat je irritatie voelt gebeurt er iets dat niet overeenstemt met jouw idealen. Dat kan van alles zijn en daar kom je pas achter als het er mag zijn. In het voorbeeld hierboven, van de vraag die iemand stelde, kun je het ideaal van de innerlijke vrijheid vinden: je mag alles vragen, je mag vrij antwoorden. De een heeft misschien te leren dat dwingen niet werkt en de ander om nee te durven zeggen. Dit zijn ontwikkelingsidealen.

Als je gaat letten op je allereerste innerlijke reacties, gaat er een wereld voor je open. Verwelkom je irritatie, er gebeurt iets dat niet resoneert met jouw idealen. Het wil je iets vertellen, het staat tot je dienst. In die eerste paar seconden vind je je antwoorden, als je jezelf zonder oordeel toestaat te voelen wat je voelt. Want je gevoel weet veel meer dan je verstand kan bedenken.

~wordt vervolgd~

maandag, november 19, 2012

Het stof uit mijn oren geblazen

Met eigenlijk best wel een apart gevoel bel ik aan bij het statige pand waar Léonne woont. Wat staat me te wachten? Vind ik het nou eng? Of ben ik gewoon heel benieuwd? In ieder geval is het bezoek zeer noodzakelijk voor mijn gevoel want ik loop echt een beetje dood in werk en privé. Dus het zal een verwachtingsvolle spanning zijn waarmee ik voor de deur sta. Laten we het daar maar op houden. Rustig ben ik in ieder geval niet. Maar Léonne maakt meteen zo'n fijne indruk dat er van angst of weerstand geen enkele sprake meer kan zijn. Hier kom je terecht omdat dat zo moet zijn. Dat is duidelijk.

Léonne gaat met een grote theekan voor de trap op naar haar werkkamer. Het is wel een statig pand, maar er heerst zo'n ongedwongen sfeer binnen. Geen gedoe, geen pretenties. We gaan zitten en Léonne vraagt hoe ik hier terecht kom. Zoals waarschijnlijk meer, hebben de berichtjes op de site over de nieuwe tijden waarin we leven me direct geraakt toen ik ze voor het eerst las. Intuïtief wist ik dat Léonne me zou kunnen helpen bij mijn vastloperij.

Léonne legt me uit over de sferen waarin we ons met onze vele levens ontwikkelen. Ze legt me uit waar ik nu sta en wat me nu te doen staat. Af en toe is ze stil en luistert ze naar haar helpers. Ze legt duidelijk uit wat de boodschap is. Ik moet het uiteraard allemaal zelf doen, maar ik ben niet alleen en ik kan mezelf helpen. Maar dat moet ik wel weer een beetje compassie gaan opbrengen voor dat wat me allemaal overkomt. Ik ben vastgeroest in mijn eigen zwart/wit situaties. Het wordt tijd dat ik mezelf ga zien zoals ik echt ben en dat is iemand met een doel op deze aarde. Die taak heeft te maken met het omvormen van de juristerij in ons land. Met compassie ga ik het redden. Er wordt van binnen een snaar geraakt waardoor ineens de muziek heel helder klinkt. Die muziek was er altijd al,  maar ik kon het zelf niet meer onderscheiden. Léonne heeft het stof uit mijn oren geblazen. Een waarachtigheid voel ik erbij en dat geeft enorm veel energie.

Léonne maakt de adviezen uit de geestelijke wereld op zo'n prettige no nonsense manier duidelijk. Het voelt werkelijk als de normaalste zaak van de wereld en dat geeft een heel liefdevol gevoel. Het is natuurlijk ook de normaalste zaak van de wereld! We zijn niet alleen en we zijn allemaal op een mooie reis. Wat Léonne zegt, laat de dingen op hun plek vallen.

Als klap op de vuurpijl brengt Léonne me ook nog in contact met twee andere dames die in hun werk hetzelfde ervaren en het gevoel hebben dat hen iets te doen staat. Met hen heb ik op een hele inspirerende manier contact en het stimuleert enorm om verder te gaan met de grote veranderingen. En wie weet komt er nog een business uit voort! Dat we door Léonne bij elkaar zijn gekomen, voelt voor mij een beetje als een zegen van boven. Ik ben Léonne en haar helpers heel dankbaar.

AB

zaterdag, november 17, 2012

Ziel en geest – 5

Een andere uitwas van de voorbije ontwikkeling is de excessieve drang om zeker te stellen dat er niets ‘fout’ gaat. In deel 4 is duidelijk geworden dat de wijze waarop wij goed en fout indelen eenzijdig uitgaat van de aardse werkelijkheid en voorbij gaat aan de betekenis die dit heeft voor onze ontwikkeling. Binnen het kader van deze eenzijdige definitie zijn we helemaal doorgedraaid in het organiseren van zekerheid.

Dat is namelijk iets wat ons aardse denken graag wil: zeker weten dat het ‘goed’ gaat. Er is hier op aarde echter maar één ding zeker en dat is dat we op een goede dag ‘dood’ gaan, althans, ons lichaam. Verder zijn er geen garanties. En dit is een lastige, want niet weten wat het nieuwe ontwikkelingsparadigma (het nieuwe besturingssysteem) in gaat houden is iets wat ons denken bijna niet kan verdragen. En toch is dat precies wat er nu van ons gevraagd wordt: alle zekerheden loslaten. Want de zekerheden uit het oude systeem, dus hoe we gewend zijn dat het werkte, gaan niet meer op. We zien nu in onze maatschappij dat de oude, formele structuren er alles aan doen om de zekerheid in stand te houden, door excessieve regelgeving uit te vaardigen (of daar om te vragen). Ondertussen zien we in de wereld het tegenovergestelde gebeuren: alle zekerheden verbrokkelen. Financiële zekerheid, economische zekerheid, ons sociale verzekeringsstelsel, de ‘waarde’ van ons huis, ons pensioen...

Dit zijn allemaal bewegingen die ons noodzaken om los te komen van onze eenzijdige kijk op het leven vanuit het aardse denken. We zijn zo doorgedraaid in het zorgen voor zekerheid, dat het inmiddels het leven voorkomt. Het middel (ons aardse leven is een middel om te ontwikkelen) is doel geworden. De zekerheid van een inkomen is belangrijker geworden dan werk doen waarin je jezelf uit kunt drukken. Om maar niet ‘alleen’ te zijn, zijn we bereid onszelf af te wijzen, hetgeen juist diepgevoelde eenzaamheid veroorzaakt. Het begint al vroeg: Een kind mag tijdens het speelkwartier niet meer vallen, want dan wordt de school aansprakelijk gesteld. Terwijl vallen en stoten de manier is waarop wij leren... Wij leren onze kinderen op school al dat ze niet mogen leren. We zijn zo bang geworden dat er iets ‘fout’ gaat dat we niet meer durven leven. Het paard achter de wagen gespannen.

Als je te sterk hecht aan uiterlijke zekerheden, zullen deze je juist ontvallen om je te helpen ervan los te komen. Als je bijvoorbeeld sterk hecht aan de status van je baan of de hoeveelheid geld die je daarmee verdiend, zonder dat je in de eerste plaats houdt van het werk dat je doet, dan zal hieraan gerammeld worden. Niet omdat je iets fout doet maar omdat het in de nieuwe tijd zo werkt: waar je van houdt zul je behouden, omdat het met jou resoneert en dus trek je het aan. En andersom. Als je iets doet wat je een aardse garantie geeft terwijl je er eigenlijk niet achter staat, stoot je het af. Doordat de vaste materie op een hogere klank gaat trillen, wordt deze beweeglijker. De aards-materiële werkelijkheid geeft sneller dan voorheen vorm aan de trilling die jij uitzendt.

We hebben al onze vermeende zekerheden los te laten om in de nieuwe ontwikkeling te komen. Dat helpt ons om uit de eenzijdige kijk van het denken te komen zodat het denken weer zijn plaats in kan gaan nemen t.o.v. het voelen en het willen. Het voelen staat daarbij in het midden. Het denken is koud en star, het willen is warm en beweeglijk. Kijk maar naar je lichaam: Je hersenen zijn blauwig wit en liggen zeer geordend in je schedel. Als er teveel beweging in komt functioneert het niet meer (bv een hersenschudding). Je wilsgebied, de onderbuik, is een warme, rode, rommelige boel. Daar geldt juist: als er geen beweging is functioneert het niet meer. Beide zijn eenzijdig; de ene pool neigt tot verstarring en begrenzing, de andere tot onbegrensde beweging. Daartussen ligt het gevoelsgebied: hart en longen, het ritmische systeem dat boven- en onderpool verbindt. Daar komen het koude blauw en het warme rood samen in de in- en uitademing die het hart voorziet van zuurstofrijk bloed (rood) en zorgt voor de afvoer van zuurstofarm bloed (blauw). Nu de ontwikkeling van het zelfstandige denken tot een voltooiing komt, heeft het denken zijn primaat los te laten en samen te gaan werken met het willen d.m.v. het voelen, waar de coördinatie plaatsvindt. Op die manier kunnen we enerzijds het denken verwarmen door de actieve scheppende kracht van het willen, anderzijds de wil begrenzen door de stabiliteit en geordendheid van het denken. Dit gebeurt via het midden, het gevoelsgebied, waar onder en boven elkaar kruisen. Zowel fysiek (denken en willen) als geestelijk (hemel en aarde). Daarin staat het hart symbool voor de goddelijke Liefde en de longen voor de interactie tussen binnen- en buitenwereld en daarin je eigen ruimte innemen.

De wijze waarop dat plaatsvindt is: onzekerheid. Onzekerheid = het niet (meer) wéten. Dat noodzaakt ons om op iets anders te gaan varen dan alleen het denken. Want als je het niet meer wéét wordt je gedwongen het anders te gaan doen. Het wordt steeds noodzakelijker je besluiten te nemen met je hart en je hoofd te gebruiken bij hoe je het doet. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan maar je mag erop vertrouwen dat het leven je helpt. We krijgen allemaal zachte duwtjes om het anders te gaan doen. Als je die zachte duwtjes negeert krijg je gewoon een harder zetje, waardoor je struikelt. En als je daarna verder gaat op de oude weg krijg je een hardere duw en ga je op je gezicht. Niet omdat je het ‘fout’ doet, maar om je aardse zelf duidelijk te maken dat je op deze manier in de nieuwe ontwikkeling niet verder kunt. En wie geeft je die duwtjes? Jij zelf, jouw goddelijke geest. En de aardse werkelijkheid helpt daarbij. Een blessing in disguise.


Samenvattend kun je zeggen: We bewegen van het oordelen over goed en kwaad naar een dynamisch gebruik van ons ontwikkelde oordeelsvermogen: wat in de ene situatie of voor de ene persoon het goede is om te doen is dat in een andere situatie of voor een ander precies niet. En ‘goed’ is: alles wat het leven voedt. Omdat het eenzijdige denken, dat streeft naar zekerheid en vastheid, inmiddels een uniforme eenheidsworst produceert die aan deze uniciteit van individuen en situaties geen recht doet, en tegelijkertijd de aanwezigheid van ons unieke geestwezen steeds duidelijker wordt, ontstaat op een natuurlijke wijze bij steeds meer mensen de drang of de noodzaak om niet meer in de pas mee te marcheren. De beweging die daarbij gemaakt kan worden is niet die van een tegenstelling, dus vechten tégen, maar kiezen vóór. Op die wijze zullen systemen die oud zijn aan kracht verliezen, omdat ze omzeild worden en buiten spel komen te staan. Dit geldt voor de maatschappij, als ook voor je persoonlijke leven.

~wordt vervolgd~

zaterdag, november 10, 2012

Ziel en geest – 4

Eerst een samenvatting van het voorafgaande:
Wij zijn allen goddelijk geestelijke wezens die bezig zijn om op de planeet aarde een plek te maken waar wij onze goddelijkheid uit kunnen drukken. Daartoe ontwikkelen wij de menselijke gestalte die bestaat uit een lichaam en een ziel. De ziel is het onstoffelijke deel van onze aardse gestalte, de intermediair tussen hemel en aarde. Je ziel is niet wie je bént maar is wel ván jou.
Met elke ontwikkelingsfase komen lichaam en ziel in een hogere trilling, waardoor een groter deel van onze goddelijkheid deze aardse gestalte kan bewonen. Op dit moment maken wij op aarde de overgang naar de 4e dimensie. Hierdoor komen lichaam en ziel in een hogere trilling en verandert zowel de structuur van de vaste materie, waaruit ons lichaam gemaakt is als van de astrale materie waaruit onze ziel gemaakt is.
Ontwikkelingen gaan via eenzijdigheid. Het deel dat wij in de afgelopen fase ontwikkeld hebben is het zelfstandige denken. Door deze eenzijdige gerichtheid op het denken, die inmiddels levens lang duurt, zijn in lichaam en ziel patronen ontstaan die ons denkvermogen aanduiden als onze hoogste instantie. We zijn vergeten wie wij werkelijk zijn en leven in de beperking van het duale aardse denken. Als je denkt ‘ik ben een winterjas’ en het wordt zomer, heb je een probleem. Als je begrijpt dat jij die jas niet bént maar dat je die dráágt, begrijp je dat er een nieuw seizoen is aangebroken en dat je een ander soort jas krijgt. Dan hoef je niet bang te zijn dat je jezélf kwijtraakt.
Ontwikkelingen volgen, net als alles op aarde, een cyclische dynamiek: opkomst, bloei, decadentie (‘over de top’) en verval. Na de bloei ontstaan excessen waardoor de ontwikkeling haar eigen verval regisseert; het extreem doorvoeren van hetgeen ontwikkeld is maakt de situatie onhoudbaar waardoor de noodzaak tot vernieuwing ontstaat. De krachten die het bij het oude willen houden steken in die fase krachtiger dan ooit de kop op.

Wat dat betreft leven wij in een bijzondere tijd. Want eigenlijk komen er twee ontwikkelingen tot een eind. Ontwikkelingen vinden op aarde plaats in cycli van 26.000 jaar. Deze cycli worden gemarkeerd door een kosmische constellatie die de Grote galactische uitlijning wordt genoemd. Deze constellatie doet zich voor het eerst sinds 26.000 jaar weer voor op de winterzonnewende, nl. op 21 december 2012*. Zo’n grote cyclus is weer onderverdeeld in vijf cycli van 5200 jaar. De ontwikkeling van het zelfstandige denken is de vijfde en laatste cyclus van de grote cyclus van 26.000 jaar. Deze grote cyclus handelt over ‘de kennis van goed en kwaad’ en is begonnen met wat wij kennen als het verhaal van Adam en Eva. In onze tijd komen dus de excessen van twee ontwikkelingen tot een hoogtepunt: eenzijdige gerichtheid op het denken en het denken in goed en kwaad. Dat is op z’n zachtst uitgedrukt niet makkelijk. Het is wel de uitdaging waar wij met z’n allen voor staan. Hoe kunnen we hiermee omgaan?

Zoals gezegd: hoe de 4e dimensie op aarde uit gaat pakken weet niemand, want dat is nog nooit vertoond. Wat wij wel kunnen doen is de overgang naar de nieuwe ontwikkeling vergemakkelijken. Daarvoor kunnen we kijken naar de uitwassen van de voorbije ontwikkelingen.

Wij hebben de vruchten gegeten van de boom van kennis van goed en kwaad. Dat hebben we nu al heel lang gedaan en inmiddels kennen wij het onderscheid tussen goed en kwaad... Nu zeg je: ‘Wat een onzin, als ik kijk naar wat er in de wereld gebeurt lijkt het daar helemaal niet op’. Toch ként een significant deel van de mensheid dit onderscheid, hetgeen iets anders is dan er ook gehoor aan geven. Dat laatste gaat niet over het onderscheid kénnen maar over de keuzes die wij maken. Een van de dingen die we hier op aarde doen is: de vrije wil ontwikkelen. En een vrije wil impliceert een keuze. Moet je wel weten waaruit je kunt kiezen. Om dat te ontdekken hebben wij gegeten van de boom van kennis van goed en kwaad. Wij hebben alle (uiterste) kanten van het leven geproefd en beproefd (onderzocht en ondervonden) en op basis daarvan kunnen wij vrije keuzes maken.

We hebben echter zo goed ons best gedaan om het onderscheid tussen goed en kwaad te leren kennen dat we:
a. inmiddels alles indelen in goed óf fout;
b. denken dat het er om gaat dat we alles wat ‘fout’ is uit moeten bannen en dat alleen wat wij ‘goed’ noemen mag bestaan en
c. hanteren wij bij dit indelen in goed of fout één uiterlijk beschrijfbare regel die voor iedereen geldt.
Deze drie samen vormen een uitwas waarmee we onszelf helemaal klem zetten.

De manier om dit om te buigen is eigenlijk nogal eenvoudig: Verander de vraag ‘Is dit goed of fout’ in ‘Wat werkt voor mij wel en wat werkt voor mij niet. Wat bekrachtigt en versterkt mij en wat niet.’ Daarmee overstijg je de goed of fout kwestie, want het is duidelijk dat voor de een iets anders werkt dan voor de ander. Ofwel: wat voor jou goed is, is niet per definitie goed voor een ander en vice versa. Zo simpel? Ja, zo simpel.

Een praktisch voorbeeld: Voor anderen zorgen, anderen helpen, iets voor een ander doen wordt gezien als ‘goed’. Echter, de vraag is waarom je dit doet. Doe je het uit vrije wil of omdat je niet anders kunt? Bijvoorbeeld om je bestaan te rechtvaardigen, je een status te verschaffen, omdat je niet voor jezelf kunt zorgen of omdat je geen nee durft te zeggen. Als je het doet omdat je niet anders kunt is het eigenlijk niet goed voor jou (jouw ontwikkeling), terwijl het voor een ander precies het goede kan zijn om te doen... Snap je dat je hierover niet kunt zeggen of het goed of fout IS? Dat hangt namelijk helemaal af van wat deze persoon komt leren of doen. En wij weten niet met welk doel of welke ontwikkelingsvraag iemand in dit leven is gekomen. Wij kunnen dus nooit weten wat voor iemand ‘het goede’ is om te doen.

Nog een voorbeeld: waarschijnlijk heb je geleerd dat het ‘goed’ is om al je relaties tot een harmonieus einde te brengen. En als dat niet lukt ben je niet goed. De vraag is wat deze harmonie kost. Doe je jezelf geweld aan om de lieve vrede te bewaren? Dan heet dat vanuit de geestelijke wereld niet harmonieus. Harmonieus is wat met elkaar resoneert. Het kan zijn dat de levensdoelen van een ander op een bepaald moment niet (meer) resoneren met de jouwe. Dat is dan eigenlijk alles wat er aan de hand is. Als jij dit wilt en een ander dat, laat elkaar. Dwing jezelf niet andermans leven te leiden en andersom. Natuurlijk is het prettiger als iets harmonieus verloopt. Maar als harmonieus betekent dat je jezelf daarvoor geweld aan moet doen is dat echt niet harmonieus. Op zulke momenten komt het er op aan te durven kiezen voor hetgeen jouw leven voedt. En ja, soms is dat heel eng maar dat is iets anders dan fout.

Het mooiste voorbeeld: Zelfs het begin van deze enorme ontwikkeling op aarde bestempelen we inmiddels als fout. De ‘verbanning’ van Adam en Eva uit het paradijs noemen we de zondeval: foute boel, we zijn eruit geflikkerd omdat we niet ‘goed’ waren. Daar klopt niks van. Het was een besluit van ons collectieve bewustzijn om deze ontwikkelingsweg te gaan en we wisten dat het niet makkelijk zou worden, omdat we helemaal verstoken zouden raken van de helderheid van onze geest. Adam en Eva waren niet fout of slecht, zij zijn het beeld van de huidige mens, die zichzelf vanuit de wijsheid van zijn hoger Ik toestond het onderscheid te leren kennen tussen goed en kwaad. Dat is heel iets anders dan goed of fout ZIJN.

De drijfveer van waaruit we iets doen wordt in de nieuwe ontwikkeling belangrijker dan de uiterlijk beschrijfbare handeling. Lichaam en ziel komen in een hogere trilling en daardoor is ons hoger Ik duidelijker aanwezig. Dit zorgt ervoor dat we onszelf en wie we werkelijk zijn steeds minder kunnen verloochenen. Als je je aardse zelf dwingt iets te doen wat je eigenlijk niet wilt of wat niet past binnen je voornemens en ontwikkelingsdoelen, verstoor je de resonantie tussen je wezensdelen (lichaam, ziel en geest) en wordt je ziek. Dit verklaart de enorme toename van depressies, burn-out, vermoeidheidsziekten en ‘onbegrepen’ lichamelijke klachten. Nee, er zijn geen lichamelijke oorzaken te vinden voor deze aandoeningen. De oorzaken zijn gelegen in het ingaan tegen wat overeenstemt (resoneert) met wat je komt doen. Daarnaast is een deel van deze klachten het gevolg van de aanpassing van het lichaam aan de nieuwe trilling (bijv. onverklaarbare hartritme-stoornissen of een slechter functionerend geheugen).

Alle oude patronen en programmeringen die niet meer passen binnen het nieuwe besturingssysteem steken de kop op en willen losgelaten worden. Veroordeel jezelf niet maar zie het als een kans om te voelen wat wel en niet bij jou past en nieuwe keuzes te maken. Zeg niet: ‘Oh, kan ik het nou nog niet, heb ik dit probleem nou nog steeds!?’ Doordat het zich laat zien krijg je de kans het om te buigen. Schrap de oude vraag (‘IS dit goed of fout’ – een vraag van het denken) en buig deze om naar de nieuwe: Wat werkt voor mij wel en wat werkt voor mij niet. Wat bekrachtigt en versterkt mij en wat niet – een vraag van het voelen. Vertrouw er vervolgens op dat dit voor jóu het goede is, zonder een vooraf vastgesteld idee over wat ‘goed’ dan inhoudt.

~ wordt vervolgd ~

* Galactische Uitlijning houdt in dat de aarde en de zon op een lijn staan met het centrum van melkweg. Dat is op zich niets bijzonders, dat gebeurt elk jaar. Waarom is de galactische uitlijning van 2012 dan zo speciaal? De aarde doet er 26.000 jaar over om een volledige omwenteling rond haar as te maken. Als zo’n omwenteling klaar is, vindt de galactische uitlijning plaats op de dag van de winterzonnewende en begint een nieuwe omwenteling. Dat is op 21 december 2012 het geval en het is 26.000 jaar geleden dat dat gebeurd is.

woensdag, november 07, 2012

Waarom ben ik hier?

Léonne heb ik leren kennen toen mijn leven zich op een kantelpunt bevond. In mijn hoofd was alleen nog plaats voor de vraag waarom ben ik hier?  Eigenlijk was ik er zelf al wel uit.  Mijn tijd zat er op, het was mooi geweest.  Maar als ik met een ruimere blik keek kwam vooral één vraag boven:  Hoe kon ik mijn verlangen rijmen met de verbondenheid, de liefde voor mijn partner en kind?

Zelf kwam ik er niet uit.  En in contact met anderen ook niet.  Al dolend op het internet kwam ik bij gidswerk terecht.  Op de een of andere manier voelde ik me aangetrokken en begon te lezen.  Ik voelde me geraakt.  En besloot een afspraak te maken.  Ervaring met gidswerk had ik niet.  Tijd om mijn grenzen te verleggen.

De dag van onze sessie vond ik spannend.  Wat kon ik verwachten?  Paste dit wel bij mij?  Had ik een vergissing gemaakt?  Doorademen en aanbellen.  De deur werd opengedaan door een warme vriendelijke vrouw.  Eenmaal boven viel me de liefdevolle aandacht op waarmee ik werd ontvangen.  Ik voelde me op mijn gemak.  Léonne had zich vooraf afgestemd op mijn verhaal.  Tijdens onze sessie deed ze verslag van wat ze had gezien/gevoeld/ervaren.  “In je vorige leven was je ….”.  Gek genoeg klopte haar verhaal voor mij.  Ik heb nog steeds twijfels of er iets bestaat als reïncarnatie.  Maar evengoed twijfel ik of dood ook echt een eindstation is.  Tja, mijn opvoeding en mijn scholing als kind kan ik nog niet helemaal loslaten.  Ik ben ervan overtuigd dat er meer is tussen hemel en aarde dan ik kan bevatten.  Belangrijk voor mij is dat Léonne me heeft kunnen duiden waarom ik hier en nu op aarde ben.  Ze heeft me laten zien wat me te doen staat.  En hoe daarin mijn partner en kind een plek hebben.  Ze heeft me aangemoedigd om het licht in mezelf te herkennen en dat nog meer ruimte te geven.

Direct na onze sessie had ik echt het gevoel een keerpunt te hebben bereikt.  Van de sessie is een geluidsopname gemaakt.  Die heb ik samen met mijn partner beluisterd.  Voor mij een waardevolle aanvulling.  Waardevol om het samen te kunnen beluisteren, maar ook waardevol om het zelf nog eens mee te maken.  En nu; ongeveer drie maanden later, is het verlangen om het licht te zoeken nog steeds daar.  Ik heb mijn antwoord op de vraag:  “Waarom ben ik hier?” en daar kan ik prima mee leven!

Bedankt!

zondag, november 04, 2012

Ziel en geest – 3

Uit het voorgaande mag duidelijk worden dat onze ziel, onder aanvoering van het denken, een eigen leven is gaan leiden. Als we de vergelijking met de computer doortrekken dan zou je zeggen: er staat een computer die de macht over heeft genomen, die een eigen intelligentie heeft gecreëerd en die op eigen houtje beslissingen neemt en zich gedraagt als een zelfstandig individu dat het voor het zeggen heeft. Het is een beeld dat wel in films weergegeven is (bv Stanley Kubrick – 2001: a space odyssey) en degenen die op dit idee gekomen zijn hebben hun inspiratie uit de geestelijke wereld ontvangen... want eigenlijk geeft dit beeld precies weer wat er in de huidige tijd aan de hand is: degene (je geest) die de hardware (je lichaam) gebouwd en de software (je ziel) ontwikkeld heeft, staat op dit moment buitenspel.

Hier gaat echter de vergelijking ook mank. Want we weten allemaal dat een computer en de daarop draaiende software geen eigen leven kan leiden en geen eigen intelligentie ontwikkelt. Maar ónze software, de ziel, heeft weldegelijk een eigen identiteit en een ik: ons lager ik. In die zin is onze ziel een individu, een levend onderdeel van ons aardse zelf, dat niet afsterft maar van leven naar leven meegaat en herinneringen en ervaringen met zich meedraagt. Dat maakt het ook zo lastig: het is niet een apparaat wat je zomaar de deur uit doet; onze ziel is een levend ding waar je rekening mee te houden hebt.

Omdat we op aarde de 4e dimensie betreden gaat alle vaste materie sneller trillen. Ook de materie waar wij in wonen: onze lichamen. Door de hogere trilling hebben onze cellen meer ‘stroom’ nodig om gezond te kunnen functioneren. En deze stroom kan alleen van onze geest komen. Daarom verandert ook de structuur van de materie waaruit onze zielen zijn gemaakt. Dat is nodig om meer geest, meer hoger Ik, door te laten. En hoewel we allemaal op een ander punt in onze ziele-ontwikkeling zijn, krijgen we allemaal deze ‘upgrade’, dit nieuwe besturingssysteem. En dat geeft verwarring. Want de ‘startknop’ zit ineens ergens anders en de icoontjes staan op een andere plek of zien er anders uit, sommige icoontjes zijn er helemaal niet meer, anderen zijn nieuw... je kunt niet meer op de automatische piloot in je oude routines vervallen... het werkt niet meer. Dat merken we in de wereld en dat merken we in ons persoonlijke leven. Alleen krijgen we er geen handleiding bij. Dat is niet om ons te plagen, dat is simpelweg omdat dit volkomen nieuw is: niemand weet hoe het uit gaat pakken, de 4e sfeer-ontwikkeling op aarde.

Valt er dan helemaal niets over te zeggen? Wat moeten we ons nou voorstellen bij dit nieuwe besturingssysteem, hoe ziet dat er uit? Ik heb in de loop van de tijd geleerd dat ik altijd alles mag vragen, als ik ook maar bereid ben om alle antwoorden te horen of geen antwoord te krijgen. Dus als ik aan mijn vrienden in de geestelijke wereld vraag om toch te proberen er íets over te zeggen laten ze mij het volgende beeld zien:

Een damspel. We kennen het allemaal: Een bord met witte en zwarte vakjes met in die vakjes dezelfde kleur damstenen en je moet elkaar slaan om als eerste aan de overkant te komen. Zwart tegen wit. Dat is de oude zielestructuur: duaal, zwart of wit, zwart tegen wit. Maar stel je nou eens voor dat op datzelfde dambord diezelfde damstenen niet ín de vakjes staan maar op de kruispunten... je bent ineens niet meer bepaald tot de zwarte (óf de witte) vakjes, je staat op zwart en wit tegelijk en je kunt je damsteen bewegen over het grid in plaats van binnen de hokjes van één kleur... en als je elkaar tegenkomt kun je gemakkelijk langs elkaar heen, je kunt alle kanten op en je hoeft geen obstakels op te ruimen om verder te kunnen... alle regels van het spel zijn hierdoor ineens totaal anders, allerlei nieuwe mogelijkheden... en dat met hetzelfde dambord en dezelfde damstenen. En ook de hand die de damstenen beweegt is dezelfde, alleen de spelregels en de mogelijkheden zijn totaal veranderd.

Mijn geest begrijpt direct de reikwijdte en de mogelijkheden van dit nieuwe spel, en als ik dat tot mijn aardse delen door laat dringen komt mijn denken er tussendoor tetteren. Nu ontpint zich een grappige conversatie tussen mijn hoofd en mijn geest:
Hoofd: Ja, maar (als je dat hoort weet je direct dat je hoofd aan het woord is) als je de ander niet hoeft te verslaan is er toch niks aan om het spelletje te spelen?
Geest: Hoezo? Je kan toch aan de overkant willen komen, gewoon omdat jij daar wilt zijn? Daar hoef je toch niet persé voor te vechten?
Hoofd: Ja, dat is wel waar, maar (!) dan heb je geen tegenstander nodig dus hoef je geen spelletje met elkáár te spelen.
Geest: Nou, als iemand je uitdaagt kán dat ertoe leiden dat je nog beter je best doet en er iets nog mooiers van maakt. Als je in de gaten blijft houden dat het een spel is, dat bedoeld is om het steeds beter te doen, iets nieuws te verzinnen of het mooier te maken, blijft het leuk. Als je wilt winnen om te winnen, ben je niet meer bezig om iets moois of nieuws te bereiken. Dan ga je dingen doen als de boel belazeren (doping, scheidsrechters omkopen), alleen maar omdat je wilt winnen en dan heb je feitelijk niets gewonnen...
Hoofd: [stilte] Je hoort de radertjes knarsend tot stilstand komen en dit nieuwe concept bekijken... ja, maar... [stilte]
Mijn geest houdt nog maar even wijselijk zijn mond over de stap naar uitdagen door samenwerken...

Mijn geest begrijpt dat het vooral gaat over het ontstijgen van de dualiteit en weet dat mijn hoofd dat lastig vindt. Want zwart tegen wit, goed tegen fout daar kan mijn hoofd mee uit de voeten. Maar dat iets zwart en wit tegelijk is, dat je écht alle kanten op kunt en dat je niet noodzakelijk hoeft te vechten... ‘Leuk concept hoor’ zegt mijn hoofd nu, ‘maar... hoe doe je dat dan, hier op aarde?’ Een terechte vraag en hier wordt ook de functie van de voorbije ontwikkeling duidelijk. Een ontwikkeling die ooit begonnen is met wat in de bijbel verhaald wordt als de verbanning van Adam en Eva uit het paradijs omdat Eva at van de boom van kennis van goed en kwaad.

In de enorme tijdsspanne die we nu afronden hebben wij het onderscheid leren maken tussen goed en kwaad. En zoals culturen opkomen, bloeien, decadent worden en in verval raken, zo geldt dat ook voor deze ontwikkeling. En we zijn nu op de top van de ‘decadentie’: inmiddels delen we alles in in goed of fout. Het eerste mag wel, het tweede niet en we zijn constant bezig om zeker te stellen dat dat ook gebeurt (er mag niets ‘fout’ gaan). Deze ontwikkeling is klaar, is eigenlijk al óver de top en nu gaat het erom dat we de verbinding met het ‘paradijs’ weer gaan leggen... mét ons nieuw ontwikkelde vermogen. Onze goddelijke geest, die zich omwille van de afgelopen ontwikkeling enigszins op de achtergrond heeft gehouden, heeft nu samen te werken met het nieuw ontwikkelde aardse vermogen. Enkel in het geestelijke concept leven maakt het zweverig (het ‘paradijs’); alleen van je aardse denken uitgaan maakt het benauwd en beperkt. Er gaat dus een nieuwe verbinding tot stand komen tussen onze geest en de ‘nieuwe mens’.

Dit gaat sowieso gebeuren, sterker nog: het is al aan het gebeuren. Over hoe we dat proces wat makkelijker kunnen maken de volgende keer meer, dus:

~ wordt vervolgd ~