woensdag, oktober 31, 2012

Kleine boodschapjes uit de geestelijke wereld – 28

Perfect

Je hoort het wel eens roepen: ‘je bent perfect’ of ‘alles is perfect’. Een uitspraak die door sommigen als een diepe waarheid wordt ervaren en door anderen als zweverig geklets. Perfectie is vanuit het aardse perspectief een lastig begrip.
Vanuit de geestelijke wereld gezien is inderdaad alles perfect. Dat wil zeggen dat alles op een perfecte manier met elkaar resoneert en zich uitdrukt in een daarbij perfect passende vorm op dat moment. Dat houdt dus niet in dat het altijd prettig, mooi of leuk is. De onbewuste aanname die men op aarde heeft is dat iets wat perfect is, klaar is. En daar zit de ruis: perfect wil niet zeggen dat iets geen verandering behoeft.

zaterdag, oktober 27, 2012

Ziel en geest – 2

Inmiddels heb je een beetje kunnen wennen aan het idee dat al die typische kenmerken van jou, waarmee je jezelf tot nu toe identificeerde, niet zijn wie jij bent. Dat deze kenmerken onderdeel zijn van je ziel en dat deze ziel een onderdeel is van je aardse verschijning, je aardse voertuig, dat in ontwikkeling is. Een ontwikkeling die tot doel heeft om een steeds groter deel van jouw Geest, jouw Ik Ben, toe te laten in je fysieke lichaam.

En ook dat je denken niet je geest is. In de engelse taal is dat heel duidelijk: iedereen begrijpt direct het verschil tussen mind en spirit. Je denkvermogen is aards en is verbonden aan je lichaam (brein) en je ziel (manier van denken). Je geest wéét; je denken heeft kennis opgeslagen en kan deze logisch met elkaar combineren. Je gedachten draaien bepaalde scripts af die geprogrammeerd zijn om bepaalde taken uit te voeren in bepaalde situaties. Je zou kunnen zeggen: je lichaam is de hardware, je ziel is de software en je geest is degene die de software geprogrammeerd heeft. Dat betekent dat jij de software ook kunt herprogrammeren. Als jij de scriptschrijver bent, kun je het script veranderen, als je dat wilt.

De tijd waarin wij nu leven kun je vergelijken met de overgang naar een nieuw besturingssysteem (vanwege een nieuwe generatie hardware: de 4e dimensie). In dat nieuwe besturingssysteem kan de oude software niet meer draaien. En daar lopen we op dit moment en masse tegenaan. De gedachten en overtuigingen die wij hebben over onszelf en over het leven (oude programmering) botsen met het nieuwe besturingssysteem. Wat ons daar het meest in de weg zit is ons denken, dat is gaan denken dat het het hoogste is binnen het systeem. En dat is niet zo vreemd, gezien de ontwikkeling die we op aarde achter de rug hebben.

Ontwikkelingen vinden plaats via eenzijdigheid. Kijk maar naar de medische specialismen. Een specialist richt zich helemaal op een klein onderdeeltje of werking van het lichaam en door deze eenzijdige focus kan hij er diep in doordringen. De rest van het plaatje verliest hij uit het oog, dat moet hij buitensluiten om zijn specialisme te kunnen ontwikkelen. Zo hebben wij op aarde de ontwikkeling van het zelfstandige denken achter de rug. En om die ontwikkeling te kunnen volbrengen, hebben we ons eenzijdig op het denken gericht. Het denken stond voorop en denkt nu dat het de baas is. Met ons denken zijn wij de aardse werkelijkheid en wetmatigheden steeds dieper gaan doordringen. Daarbij konden we het bestaan van een veel grotere (vaak paradoxale) geestelijke werkelijkheid niet gebruiken, dat zou te veel verwarren. Daarnaast hadden we tijdens deze ontwikkeling strenge wetten nodig, want het denken is een ‘koud’ proces: als je een denkproces logisch en consequent volgt, kom je tot conclusies waar geen speld tussen te krijgen is maar waar ook alle menselijkheid (warmte) uit verdwenen is. Deze strenge wetten en regels hebben ons behoed (nou ja, niet altijd) voor het uit de hand lopen van zaken. Om de ontwikkeling van het denken mogelijk te maken kregen wij een redelijk streng kader waarbinnen dit kon plaatsvinden.

En dit kader, dit paradigma (het besturingssysteem) is nu aan het veranderen. Echter, onze ziel, en met name het ontwikkelde denkvermogen, is helemaal gewend geraakt aan de patronen en structuren waarbinnen het de afgelopen eeuwen (lees: vele levens) heeft geleefd en geleerd. Religie heeft hierin een belangrijke rol gespeeld. Geestelijk leiders gaven ons kaders waar wij ons aan te houden hadden en door de scheiding van kerk en staat is dit nog verder gegaan. Inmiddels denken wij allemaal – in meerdere of mindere mate – dat we ontoereikende, gemankeerde wezens zijn die het zelf niet weten en die van buiten af opgelegde regels en wetten nodig hebben. Maar dat is dus het oude paradigma, dat er was om de ontwikkeling van het zelfstandige denken veilig te stellen. En binnen dat paradigma was het denken inderdaad het ‘hoogste goed’. In het land der blinden is éénoog koning... en langzamerhand gaan onze ogen weer open voor de geestelijke wereld, dus moet éénoog van zijn troon af.

Hoe drukken die oude programmeringen zich uit in het dagelijks leven? Bij iedereen anders, dat hangt namelijk af van de individuele wegen die je ziel bewandeld heeft. Maar iedereen zal wel iets herkennen van de volgende opsomming: Ik moet doen wat anderen van mij verwachten, anders vinden ze mij niet meer aardig. Ik moet werk doen wat ik niet leuk vind, want van wat ik wel leuk vind kan ik niet leven. Als ik niet doe wat mijn familie wil, ben ik eenzaam en verloren. Als ik een ander zijn zin geef word ik gelukkig. Als er iets vervelends gebeurt in mijn leven heb ik iets niet goed gedaan. Ik zal nooit gelukkig worden, dat verdien ik niet. Het leven is lijden. Ik ben het niet waard om geliefd te worden. Het is beter om te geven dan te ontvangen. Als ik doe wat ik echt wil verlies ik mijn partner. Als ik goed voor mijzelf zorg ben ik een egoïst. Ik mag niet trots zijn op mijzelf want dan ben ik arrogant. Ik mag geen nee zeggen want dat is niet aardig. Ik krijg niet zomaar wat ik nodig heb, daar moet ik hard voor ploeteren. Ik moet altijd iets nuttigs doen. Ik mag pas genieten als ik dat verdiend heb... Je weet er vast zelf nog een paar en ze komen allemaal neer op: Ik ben niet goed genoeg. En de grap is: zolang wij ons identificeren met ons denkvermogen is dat nog waar ook. Dan zijn we inderdaad gemankeerd en zitten we gevangen binnen de benauwde grenzen van ons aardse denken.

Al deze oude gedachtepatronen en gewoontes is dus software die niet meer past binnen het nieuwe besturingssysteem. En daarom hebben we er steeds meer last van. Alles wat niet meer past binnen het nieuwe besturingssysteem begint te wrikken en te wringen en wil losgelaten worden. Ons oude systeem zegt nu: je moet dit transformeren, je moet er doorheen, je moet er iets mee. Het nieuwe systeem zegt: loslaten die handel, je hebt er niks meer aan. Het heeft je gediend maar is nu niet meer van toepassing. Ja, maar, zegt dan het oude systeem, dat kan toch niet? Ik ben toch nog niet goed genoeg, ik moet er toch juist iets van leren? En dan laat het nieuwe systeem je het volgende zien: een koelkast, die helemaal vol staat met lege melkpakken. Uit al die melkpakken heb je de melk gehaald. Je krijgt er geen druppel meer uit. En er kan niks meer bij, koelkast is vol.

Zou je durven geloven dat je oude patronen en overtuigingen lege melkpakken zijn die je weg mag gooien? Zodat er wat verse boodschappen in je koelkast kunnen? Zou je durven geloven dat je er niks meer mee hoeft, laat staan móet? Van wie zou je moeten? Van een hogere macht, van God? Dat ben jij. Kan je geloven dat JIJ in staat bent om het los te laten? Dat jij hier, nu kunt besluiten om het anders te gaan doen? En dat je het niet alleen kúnt maar dat het zelfs de bedoeling is?? Het is voor ons hoofd zo moeilijk te bevatten dat dat echt waar is. ‘Ja maar... ja maar... hoe moet het dán?’ roept je hoofd. Want je hoofd wil altijd graag van te voren weten hoe het zal gaan en wat je moet doen om ervoor te zorgen dat er niks ‘mis’ gaat. Het nieuwe systeem zegt: durf het oude te laten gaan zonder dat je weet hoe het dan wel gaat. ‘Ja maar, als ik dat zomaar loslaat dan leer ik toch niks meer,’ reageert je hoofd nu. En dan kan je geest je hoofd geruststellen: Natuurlijk blijf je leren en ontwikkelen, dat zullen we altijd blijven doen, alleen gaan we dat in de nieuwe tijd op een heel andere manier doen. En de oude patronen en overtuigingen beginnen de groei nu juist in de weg zitten. Je voelt het direct, als zo’n oud programma draait. Dat zijn de momenten dat je je K voelt: eenzaam, verdrietig, onmachtig, gekwetst. Sta dan stil en vraag jezelf hardop ‘wil IK dit?’ Als het antwoord ‘nee’ is en je kunt echt voelen dat je dit niet wilt, dan gebeurt er een klein wondertje. Je mag ook ‘ja’ zeggen. Je hebt tenslotte een vrije keus. Maar hou in elk geval op te denken dat je het niet kunt of dat je niet te kiezen hébt, want dat is een sprookje van je hoofd. Het is je oude programmering die dat zegt, die je klein en onmachtig maakt.

Dit vraagt iets wat ons hoofd moeilijk vindt: gelóven dat het waar is. Ons hoofd wil zeker weten; gelóven doe je in iets wat je niet zeker weet. Geloven is iets wat we in de afgelopen ontwikkelingsperiode hebben gedaan om ons aan van buiten af opgelegde wetten te houden. En geloven deden we dan in een hogere macht die buiten onszelf lag. Nu blijkt dat wij zelf die hogere macht zijn. Dus: durf je in jeZelf te geloven? Durf je jeZelf te geloven? En weet je... geloven betekent eigenlijk: vertrouwen.


~ wordt vervolgd ~

zaterdag, oktober 20, 2012

Het verschil tussen ziel en geest

Eén van de (vele) redenen waarom ik van de antroposofie hou, is omdat het mensbeeld dat Steiner schetst het meest overeenkomt met wat ik zelf waarneem in de geestelijke wereld. In weinig stromingen wordt een zo duidelijk onderscheid gemaakt tussen ziel en geest. De meeste mensen gooien dit op één hoop en gebruiken deze twee woorden door elkaar heen. Nou... en? Is dat niet gewoon een semantische discussie? Nee, zeker niet. Ziel en geest zijn twee zeer verschillende delen van ons wezen en het kennen van het onderscheid ertussen is heel behulpzaam voor je ontwikkeling.

Ik ga proberen het verschil tussen ziel en geest zo eenvoudig mogelijk te beschrijven. Ik ben me er van bewust dat ik daarmee de subtiliteit van het geheel enigszins geweld aandoe, maar als ik dat niet doe, wordt het te ingewikkeld en schiet het z’n doel voorbij. Onze aardse woorden schieten nu eenmaal tekort bij het beschrijven van de onstoffelijke werkelijkheid. Het zij zo.

De reden dat ik hier nu over schrijf heeft te maken met het tijdsgewricht waarin wij ons bevinden. In de ontwikkelingsperiode die we achter de rug hebben en die wij nu aan het afsluiten zijn, zijn we helemaal vergeten wie wij zijn. Wij zijn gaan denken dat wij mensen zijn die worstelen met het geestelijke maar wij zijn geestelijke wezens die worstelen met het menselijke. Om op dat andere been te komen m.b.t. de vraag ‘wie Ben Ik’, is het belangrijk om te weten waarmee je je identificeert.

Hier op aarde bestaan wij uit vier wezensdelen: fysiek lichaam, etherlichaam, astraal lichaam (ziel) en geest (hoger Ik). Het fysieke lichaam is bekend. Het etherlichaam zorgt ervoor dat ons lichaam niet uit elkaar valt (ontbindt) en dat alle organen en fysiologische systemen in ons lichaam functioneren. Het is ongeveer een centimeter groter dan ons fysieke lichaam en wordt gevoed door het zgn. Zilveren Koord: daar doorheen komt, uit de geestelijke wereld, de levensenergie die het fysieke lichaam bij elkaar en functionerend houdt. Het etherlichaam laat zich ‘zien’ als we gestorven zijn: de levensenergie die erin aanwezig is zorgt ervoor dat haar en nagels nog drie dagen doorgroeien na het overlijden. In het bestek van deze tekst beschouw ik fysiek lichaam en etherlichaam als een geheel.

Dat wij meer zijn dan een fysiek lichaam is een toenemende groep mensen bekend. Maar waaruit bestaat dat ‘meer’ dan?

Laat ik beginnen met de geest, dat wat onze aardse verschijning de geest geeft, het hoger Ik, het IK BEN. Onze geest is de onsterfelijke, onschendbare, unieke en in zichzelf perfecte goddelijke vonk. Het is dat grootse en tegelijkertijd piepkleine onderdeeltje van het Al-bewustzijn dat jij bent. Het is jouw stukje van wat wij God of ‘het Al’ noemen. Uniek en perfect, ‘niks meer aan doen’ zouden we zeggen. Echter, die goddelijke vonk, dat geestwezen, is van een dusdanig hoge trilling, dat het niet zomaar een fysiek lichaam kan betrekken. Het verschil in trilling tussen de vaste materie hier op aarde en die van je geest is zo groot, dat er letterlijk kortsluiting zou ontstaan: je fysieke lichaam zou doorbranden. Vergelijk het maar met een doorgeslagen stop of een doorgebrand apparaat. De spanning is te hoog en dan brandt het door.

En daarom hebben wij een astraal lichaam: de ziel. De ziel is de intermediair tussen hemel en aarde. Tussen lichaam en geest. De ziel is als het ware een koppelingsstuk, een transformator die ervoor zorgt dat de geest contact kan maken met je fysieke verschijning hier op aarde. Vergelijk het met een adapter die ervoor zorgt dat de stroom (geest) een apparaat (fysiek lichaam) kan voeden. Alleen is die adapter geen tastbaar ding. En hij heeft ook geen vaste vorm. De ziel ontwikkelt zich constant en naarmate die ontwikkeling vordert, kan een steeds groter deel van je geest zich via je fysieke lichaam uitdrukken op aarde. Dat proces heet: de vergeestelijking van de materie, of ook: het creëren van de hemel op aarde.

De ziel is dus een hulpmiddel, een hulpstuk. En deze ziel is weliswaar onstoffelijk, maar aards. Je ziel gaat al je aardelevens mee en ontwikkelt zich met elk leven. Je zou kunnen zeggen: jij (je geest, die dezelfde blijft) trekt elke keer zijn jas aan (ziel) en stapt dan in een nieuwe auto (fysiek lichaam). Deze jas is getekend door het dragen. Er zitten beschadigingen op, sommige plekken zijn versleten door steeds herhaalde bewegingen, hier en daar een scheur, een verloren knoop, maar ook lintjes, medailles, insignes en versieringen. Kortom: alles wat je tot dan toe meegemaakt hebt in die jas is er aan te zien. Sommige jassen zijn heel oud, anderen nog behoorlijk nieuw. Ze bestaan er in alle modellen, soorten en maten... precies zoals het past bij degene die hem draagt.

In de ziel zijn dus alle ervaringen opgeslagen die je tot nu toe op aarde hebt opgedaan. Dat is bijvoorbeeld merkbaar in je sympathieën en antipathieën. Je kunt iemand die je voor het eerst ontmoet zomaar, zonder reden, heel sympathiek vinden of er direct een hekel aan hebben. Dat is je ziel, die weet dat hij deze andere ziel al eens eerder ontmoet heeft en die zich herinnert dat dat heel leuk was, of juist niet. Evenzo heb je voor- en afkeuren voor bepaalde zaken of gebeurtenissen. Allemaal onbewuste ervaringen en herinneringen van de ziel.

Naast deze gegevenheden uit het verleden, zeg maar: de wetmatige gevolgen van je doen en laten in je vorige levens, is er ook een deel van de ziel dat je voor elke incarnatie opnieuw inricht. Zoals je elk aardeleven een andere fysieke verschijning hebt, zo heb je ook elke keer andere persoonlijkheidskenmerken. Je kiest een bepaalde karakterstructuur, je temperament, de manier waarop je leert en denkt, je intelligentie, je talenten en onvermogens. Afhankelijk van de geschiedenis die je ziel achter de rug heeft, richt je deze voor ieder leven opnieuw in, met kenmerken die je het beste dienen voor wat je in dat leven komt doen en ontwikkelen. Dat zijn jouw eigen-aardigheden voor dat leven. Je aardse eigenschappen. En je volgende leven heb je weer andere persoonlijkheidskenmerken en karaktereigenschappen, net zoals je de volgende keer een ander lichaam hebt.

Van deze kenmerken van de ziel kan je dus niet zeggen dat jij het bent, want als dat zo was, zou het niet kunnen dat je de volgende keer heel iemand anders bent. Er is een hogere instantie in jou, je Geest, die deze eigenschappen zo gekozen heeft voor dit leven. Met de bedóeling om er iets aan te ontwikkelen. De ziel is, net als je fysieke lichaam, een onderdeel van je aardse verschijning. En wij zijn in al die opeenvolgende levens bezig om de ziel steeds geschikter te maken voor het doorlaten van een steeds groter deel van onze geest. Daarom heet het ook ziele-ontwikkeling. De geest hoeven we niet te ontwikkelen. Wie je in wezen bent is al perfect.

Als wij denken dat wij deze ziel zijn, dan beperken we onszelf enorm. Voor de meesten die dit lezen is het heel vanzelfsprekend dat jij niet je lichaam bent... datzelfde geldt voor je ziel. Dat ben je niet, dat heb je. Al die typische karaktereigenschappen en persoonlijkheidskenmerken, dat ben je niet, daar ben je mee behept. Het is een onderdeel van je aardse voertuig. En jouw hoger Ik, jouw geestwezen staat aan het stuur. Als je op dat andere been kunt komen begrijp je dat je veel meer macht en zeggenschap hebt. Dat is wat er bedoeld wordt met: wij zijn gaan denken dat wij mensen zijn die worstelen met het geestelijke maar wij zijn geestelijke wezens die worstelen met het menselijke. Niet alleen ons lichaam, ook onze ziel is menselijk. Je geest weet dat er veel meer mogelijk is dan je ziel denkt. Je ziel zit op dit moment alleen wat vast in de beperkingen van het aardse denken.

Jij bent een goddelijk, geestelijk, kosmisch wezen. Uniek. Perfect. Een groots lichtwezen dat een piepklein onderdeeltje is van het kosmische bewustzijn. Je hebt een fysiek lichaam en een ziel tot je beschikking om je hier op aarde uit te drukken. Maak er iets moois van, schep, creëer en laat je niet beperken door wat je dénkt dat er mogelijk is en door wie je dénkt dat je bent. Want je denken is niet je geest, je denkvermogen is net zo aards als je lichaam en je ziel. Je gedachten draaien steeds datzelfde verhaaltje af over wie jij bent. En zetten je daarmee vast in de eigen-aardigheden die je voor dit leven gekozen hebt. Dat verhaaltje over jezelf zorgt ervoor dat het oude zich blijft herhalen... terwijl dat nou precies het deel van je ziel is dat zich wil ontwikkelen.



~ wordt vervolgd ~
Omdat we op aarde de overgang maken naar de 4e dimensie*, waardoor de fysieke materie op een hoger niveau gaat trillen, kunnen onze lichamen een substantieel groter deel van ons geestwezen gaan dragen. Daartoe moet ook de materie waaruit onze ziel gemaakt is een verandering doormaken, om deze hogere trilling door te kunnen geven naar het lichaam. Over deze (collectieve) veranderingen in de ziel de volgende keer meer.



zondag, oktober 14, 2012

Kleine boodschapjes uit de geestelijke wereld – 27

Helpen
 
De meeste van ons willen graag anderen helpen. Daarbij is het belangrijk stil te staan bij de vraag wie je aan het helpen bent: jezelf of die ander? Als je bijvoorbeeld iemand troost omdat je het niet kunt verdragen dat iemand verdriet heeft, dan help je jezelf. Niks mis mee, als je het maar weet. Want die ander voelt dat en kan zich dan juist erg ongemakkelijk voelen door jouw troost; hij krijgt namelijk het gevoel dat hij eigenlijk moet stoppen met verdrietig zijn en voelt zich daardoor juist niet geholpen.
Over het algemeen kun je zeggen: als je echt iemand wilt helpen, dan wacht je op een vraag. Want de vrije wil is de voorwaarde voor het kunnen aanvaarden van hulp. Iemand die niet wil kan je niet helpen. En hoe graag jij ook wilt, als de ander niet wil houdt het op. Als je dan toch gaat helpen, weet dan dat je niet de ander maar jezelf helpt. Nogmaals, niks mis mee, als je het maar erkent. En echt, je mag jezelf heus ook helpen. Maak jezelf alleen niet wijs dat je het voor de ander doet.
Je kunt vele redenen hebben om een helper te zijn... onderzoek ze eens.

zaterdag, oktober 13, 2012

Kleine boodschapjes uit de geestelijke wereld – 26

Geen probleem
 
Wat zou je doen als je geen problemen had? Probeer het je eens voor te stellen... je hebt echt geen enkel probleem... wat zou je doen?
Genieten? Waarvan? En hoe?
En stel je voor dat niemand meer een probleem zou hebben... kijk naar je leven en probeer je dit voor te stellen. Hoeveel tijd in je dagelijkse leven ben je bezig met problemen... van jezelf, een ander, de wereld? Kun je het je voorstellen... een leven zonder problemen? Misschien heb je dan geen werk meer... of misschien ben je iemand die veel tijd steekt in het helpen van anderen... Hoe zou je die vrij gekomen tijd en ruimte vullen?
We verlangen allemaal naar een nieuwe wereld, een zonder pijn en ellende, maar kunnen we ons dat echt voorstellen? Wat zou je doen in die nieuwe wereld? Kun je zonder problemen? Die nieuwe wereld is onze creatie, van jou en mij... ga je voorstellen hoe die er uit zou zien. Niet in het groot, maar klein: hoe zou jóuw leven eruit zien? Want die wereld komt er niet als wij er geen voorstellingen van hebben. Droom. Gebruik je fantasie. Het is je scheppende kracht.

donderdag, oktober 11, 2012

Kleine boodschapjes uit de geestelijke wereld – 25

Ruimte delen
  
Ontmoetingen vinden plaats in het midden. Je bent ieder verantwoordelijk voor 50% van de relatie, voor 50% van de ruimte die je met elkaar deelt. Soms ben je aan het begin van een nieuwe relatie geneigd om de ander meer ruimte te geven en jezelf iets terug te houden. Omdat je die ander zo lief en zo leuk vindt. Je bent wat toegeeflijker en wilt er niet direct bovenop zitten, misschien omdat je bang bent dat die ander je dan niet meer leuk zal vinden. En hoewel dit voortkomt uit positieve gevoelens is het een recept voor ongeluk. Als je ermee doorgaat leidt het uiteindelijk tot zeer negatieve gevoelens naar diezelfde persoon.
Stel je de energetische ruimte die je samen deelt voor als een kamer in een huis. En je laat de ander meer ruimte innemen dan de helft. Je houdt jezelf terug en omdat je het de ander naar de zin wil maken geef je hem (of haar) nog wat meer ruimte. Uiteindelijk zit jij opgevouwen in een hoekje en de ander heeft de rest van de ruimte. Gaandeweg begin je je benauwd te voelen, je hebt bijna geen bewegingsruimte meer, je voelt je gevangen in deze kamer, je kunt geen kant meer op. En dan wordt je boos... op die ander. Je gaat het hem (of haar) kwalijk nemen dat hij zo veel ruimte inneemt. Of beter gezegd: dat jij zo weinig ruimte hebt. Maar eigenlijk ben je boos op jezelf. Je hebt niet genoeg van jezelf gehouden en jezelf niet de ruimte gegeven die je nodig had. En je kan het die ander kwalijk nemen dat hij jou die ruimte niet gaf, maar jij hebt het steeds weggegeven. Hoe mooi het ook lijkt dat je een ander zo lief vind, als je niet voldoende van jezelf houdt, blijft er te weinig voor jou over. En dat houdt geen stand in een relatie.
Relaties lijken te gaan over liefde voor een ander. Ze gaan echter over liefde voor jezelf. En hoe meer liefde voor jezelf, hoe meer je te geven hebt. Energetisch wordt dan de ruimte groter, valt er meer te verdelen.

woensdag, oktober 10, 2012

Kleine boodschapjes uit de geestelijke wereld – 24

No-go-areas

Regelmatig hebben wij gevoelens en gedachten die we, zonder dat we het ons heel erg bewust zijn, direct wegstoppen omdat ze niet mogen of kunnen. Deze gevoelens en gedachten zijn daarmee niet weg. Ze zijn er nog steeds alleen doe je alsof ze er niet zijn. En dan gaan ze zich op andere manieren aan je opdringen. Dan kom je in situaties terecht die onprettig zijn en het waarom ervan is je niet duidelijk. Of je voelt je gewoon niet oké maar begrijpt niet waarom.
We doen dit omdat de consequenties van sommige gedachten of gevoelens een ‘no-go-area’ zijn. Dus vanwege deze consequenties staan we onszelf niet toe de gedachte of het gevoel toe te laten. Dat is een reactiepatroon van de linker hersenhelft dat ons eigenlijk niet dient. We bijten onszelf ermee in de staart.
Je kunt het ook zo doen: sta jezelf toe die gedachte of dat gevoel te hebben, hoe eng deze ook is. Niemand weet het, het speelt zich alleen in jou af en je hoeft er ook geen consequenties aan te verbinden. Laat alle mitsen en maren achterwege, wees je alleen maar bewust van wat er binnen in jou is. Pas daarná ga je de omgevingsfactoren bekijken. Het kan zijn dat je vanwege bepaalde omstandigheden besluit om iets anders te doen dan je graag zou willen. Maar dat is dan een bewust besluit en bewuste besluiten zijn inzichtelijk (je kunt er bovendien op terugkomen want je weet waar de sleutel zit). Het kan ook zijn dat je de stoute schoenen aantrekt en een besluit neemt wat je eerst niet voor mogelijk hield omdat het te eng was. Want als je je gevoelens of gedachten toestaat er te zijn zul je merken dat ze veel minder eng zijn dan je eerst dacht en bovendien dat er veel meer mogelijke scenario’s zijn dan je in je angst dacht. Want angst is een bewustzijnsvernauwing.
Vanuit de geestelijke wereld gezien gaat het er niet om wélke besluiten je neemt maar of je je besluiten bewúst neemt. Doe je het niet bewust, dan gaan je onbewuste gevoelens en gedachten een eigen leven leiden. Doe je het bewust, dan heb jij ze in beheer.

maandag, oktober 08, 2012

Kleine boodschapjes uit de geestelijke wereld – 23

Rampen
 
Sommige mensen maken zich zorgen over mogelijke rampen rond de overgang naar de nieuwe tijd. Bijvoorbeeld rond die ene datum, 21-12-2012, wanneer de galactische uitlijning plaatsvindt tijdens de winterzonnewende. Zij zoeken antwoorden in de geestelijke wereld over wat zij moeten doen, waar zij zich op dat moment het beste kunnen bevinden.
Om te beginnen is de overgang naar de nieuwe tijd niet één moment maar een proces, wat al lang gaande is en waarvan we pas later, als we terugkijken, echt zullen zien en beseffen wat er allemaal gebeurd en veranderd is. En in dit proces kan niet gezegd worden: dit is het goede om te doen of ‘this is the place to be’. Het gaat er juist om dat wij er zelf voor zorgen dat wij op precies het goede moment op de juiste plek zijn. En dat is per individu anders. Dat vraagt enerzijds vertrouwen in de kosmos (ik sta er niet alleen voor, ik word geleid) en anderzijds vertrouwen in onszelf (echt naar jezelf durven luisteren bij de keuzes die je maakt). En bovenal het loslaten van oude ideeën over wat wel of niet ‘goed’ is. Je zult op het goede moment op de goede plaats zijn, als je naar jezelf, naar je innerlijke leiding durft te luisteren. En ‘goed’ betekent niet dat er dan niets met je gebeurt. Maar ja... geldt dat niet altijd al, voor het hele leven?

zaterdag, oktober 06, 2012

Kleine boodschapjes uit de geestelijke wereld – 22

 
Boos

Boosheid die je in bezit neemt, die je overneemt, is een schreeuw van het onderbewuste. Een schreeuw die uitdrukking geeft aan een onmacht om het leven vorm te geven zoals jouw innerlijk het graag wil. Die onmacht verkleedt zich vaak als overmacht door zich agressief naar de buitenwereld te richten: die buitenwereld doet iets wat jou pijn doet en vervolgens ga je precies datzelfde terug doen. Je denkt dat het allemaal door die ander komt, die moet iets veranderen, dan komt het goed. Tegelijkertijd richt de onmacht zich venijnig naar binnen: je bent zelf niet bij machte het anders te doen.
Gebruik deze noodkreet van je onderbewuste. Gebruik het als een alarmbel die afgaat: Iets in jou roept dat je het anders wilt. Kijk naar wat je in je boosheid ‘terug doet’. Daar vind je een sleutel voor wat je zelf wilt veranderen. Je bent ergens, ooit, om de een of andere reden, iets gaan doen op een manier die eigenlijk niet bij je past. Graaf het op, zoek het uit, kijk waar de pijn zit en graaf dan nog dieper: welke behoefte, welk ideaal, welke diepgevoelde wens zit er onder? Wat wil jij graag, waar word jij blij van, in welke wereld wil jij leven? Schep die wereld. Luister naar je eigen schreeuw om verandering.

donderdag, oktober 04, 2012

Kleine boodschapjes uit de geestelijke wereld – 21

Het onbekende

Wij zijn voor maar één ding bang: het onbekende. Daarop zijn alle angsten terug te voeren. En laat nou de grap zijn dat dat precies is wat we op deze planeet komen doen: ontdekken, onderzoeken, uitvinden wat er op deze unieke plek in het universum gebeurt wanneer we zus of zo handelen. Kijken wat er gebeurt, als je met je onstoffelijke ik in zo’n vast lichaam over de planeet loopt. Hele andere wetten gelden er en als we hierheen komen, om weer een lichaam te betrekken, is dat precies de uitdaging die we zoeken. Eenmaal hier is dat precies waar we bang voor zijn.
Je zou kunnen zeggen dat er maar één ding zeker is in het leven, en dat is dat je op een dag je lichaam weer verlaat, ofwel: dat je ‘dood’ gaat. De rest staat niet vast. Niets staat vast.  We maken – voordat we weer een lichaam betrekken – plannen, we nemen ons dingen voor, we maken daartoe afspraken met andere zielen... maar of dat ook allemaal gaat gebeuren is niet zeker. Dat hangt af van onze besluiten. We hebben tenslotte een vrije wil. Wij denken dat het er om gaat dat we het ‘juiste’ eindresultaat behalen, maar daar gaat het niet om. Het gaat erom dat wij uit eigen vrije wil tot dat punt komen. Het is net zoiets als spieken om een goed cijfer te halen... daar heb je niks aan. Je hebt een goed cijfer en je lijkt succesvol, maar je hebt niets geleerd.

dinsdag, oktober 02, 2012

Kleine boodschapjes uit de geestelijke wereld – 20

Paradoxaal

 De aardse en de geestelijke werkelijkheid zijn vaak paradoxaal. Dat is waar wij het hier op aarde zo moeilijk mee hebben: paradoxen. Want, zo denken wij, tegengestelde waarheden kunnen niet allebei waar zijn. We hebben de overtuiging dat er maar één waarheid bestaat. Daar maken we het onszelf moeilijk mee. Want er bestaat niet één waarheid. Alleen kan onze linker hersenhelft dat concept moeilijk aan. Heel lang geleden, toen ons zelfstandige denken nog niet ontwikkeld was, hadden we geen probleem met dat concept. In die tijd bestónd het woord waarheid niet eens. Alleen het meervoud bestond: waarheden. Het enkelvoud is pas in de taal gekomen na de opkomst van de grote wereldreligies.
Ons hoger ik kan de paradox nog steeds verdragen. En erkennen dat beide, tegelijkertijd, waar zijn. En zoals gevoelens alleen maar gevoeld willen worden, zo willen werkelijkheden alleen maar erkend worden. Dus alles alleen vanuit de geest bekijken werkt net zo min als alles alleen vanuit de aardse bekijken. Ja, je bent een groots lichtwezen, dat veel meer vermag dan je denkt en ja, je zit in dit lichaam, dat je beperkt. En het is allebei waar. Probeer daar niet één gemengde waarheid van te maken. Ervaar beide waarheden en verdraag de soms verwarrende tegengestelde werkelijkheid van allebei.

maandag, oktober 01, 2012

Kleine boodschapjes uit de geestelijke wereld – 19

Geven

What you give is what you get... ja en nee... het hangt er van af. Waarvan?
Je kunt alleen geven wat je hebt. Want het principe van geven is dat je er niets voor terug hoeft, anders heet het ruilen of verkopen. Als je alleen naar de uiterlijkheid kijkt, lijken veel mensen veel te geven. Als je naar de onstoffelijkheid kijkt, blijkt dat het vaak niet om geven gaat. Vaak is iets wat aan de buitenkant op geven lijkt, geen geven. Er wordt ‘gegeven’ in de (onbewuste) hoop er iets voor terug te krijgen en er wordt aan anderen ‘gegeven’ wat men het zichzelf niet kan geven. Nogmaals: je kunt alleen geven wat je hebt. Dus of ‘what you give is what you get’ opgaat, hangt daar van af.
Maar je kunt het niet omdraaien. Als je vrijelijk geeft uit wat je hebt, is er geen garantie dat je dat ook terugkrijgt. Want je hebt de gever en de ontvanger. En niet iedereen kan ontvangen. Als je bijvoorbeeld liefde geeft aan iemand die het niet kan ontvangen, komt het niet terug. Toch kun je maar één ding doen: blijven geven, omdat je het hebt.