zaterdag, oktober 27, 2012

Ziel en geest – 2

Inmiddels heb je een beetje kunnen wennen aan het idee dat al die typische kenmerken van jou, waarmee je jezelf tot nu toe identificeerde, niet zijn wie jij bent. Dat deze kenmerken onderdeel zijn van je ziel en dat deze ziel een onderdeel is van je aardse verschijning, je aardse voertuig, dat in ontwikkeling is. Een ontwikkeling die tot doel heeft om een steeds groter deel van jouw Geest, jouw Ik Ben, toe te laten in je fysieke lichaam.

En ook dat je denken niet je geest is. In de engelse taal is dat heel duidelijk: iedereen begrijpt direct het verschil tussen mind en spirit. Je denkvermogen is aards en is verbonden aan je lichaam (brein) en je ziel (manier van denken). Je geest wéét; je denken heeft kennis opgeslagen en kan deze logisch met elkaar combineren. Je gedachten draaien bepaalde scripts af die geprogrammeerd zijn om bepaalde taken uit te voeren in bepaalde situaties. Je zou kunnen zeggen: je lichaam is de hardware, je ziel is de software en je geest is degene die de software geprogrammeerd heeft. Dat betekent dat jij de software ook kunt herprogrammeren. Als jij de scriptschrijver bent, kun je het script veranderen, als je dat wilt.

De tijd waarin wij nu leven kun je vergelijken met de overgang naar een nieuw besturingssysteem (vanwege een nieuwe generatie hardware: de 4e dimensie). In dat nieuwe besturingssysteem kan de oude software niet meer draaien. En daar lopen we op dit moment en masse tegenaan. De gedachten en overtuigingen die wij hebben over onszelf en over het leven (oude programmering) botsen met het nieuwe besturingssysteem. Wat ons daar het meest in de weg zit is ons denken, dat is gaan denken dat het het hoogste is binnen het systeem. En dat is niet zo vreemd, gezien de ontwikkeling die we op aarde achter de rug hebben.

Ontwikkelingen vinden plaats via eenzijdigheid. Kijk maar naar de medische specialismen. Een specialist richt zich helemaal op een klein onderdeeltje of werking van het lichaam en door deze eenzijdige focus kan hij er diep in doordringen. De rest van het plaatje verliest hij uit het oog, dat moet hij buitensluiten om zijn specialisme te kunnen ontwikkelen. Zo hebben wij op aarde de ontwikkeling van het zelfstandige denken achter de rug. En om die ontwikkeling te kunnen volbrengen, hebben we ons eenzijdig op het denken gericht. Het denken stond voorop en denkt nu dat het de baas is. Met ons denken zijn wij de aardse werkelijkheid en wetmatigheden steeds dieper gaan doordringen. Daarbij konden we het bestaan van een veel grotere (vaak paradoxale) geestelijke werkelijkheid niet gebruiken, dat zou te veel verwarren. Daarnaast hadden we tijdens deze ontwikkeling strenge wetten nodig, want het denken is een ‘koud’ proces: als je een denkproces logisch en consequent volgt, kom je tot conclusies waar geen speld tussen te krijgen is maar waar ook alle menselijkheid (warmte) uit verdwenen is. Deze strenge wetten en regels hebben ons behoed (nou ja, niet altijd) voor het uit de hand lopen van zaken. Om de ontwikkeling van het denken mogelijk te maken kregen wij een redelijk streng kader waarbinnen dit kon plaatsvinden.

En dit kader, dit paradigma (het besturingssysteem) is nu aan het veranderen. Echter, onze ziel, en met name het ontwikkelde denkvermogen, is helemaal gewend geraakt aan de patronen en structuren waarbinnen het de afgelopen eeuwen (lees: vele levens) heeft geleefd en geleerd. Religie heeft hierin een belangrijke rol gespeeld. Geestelijk leiders gaven ons kaders waar wij ons aan te houden hadden en door de scheiding van kerk en staat is dit nog verder gegaan. Inmiddels denken wij allemaal – in meerdere of mindere mate – dat we ontoereikende, gemankeerde wezens zijn die het zelf niet weten en die van buiten af opgelegde regels en wetten nodig hebben. Maar dat is dus het oude paradigma, dat er was om de ontwikkeling van het zelfstandige denken veilig te stellen. En binnen dat paradigma was het denken inderdaad het ‘hoogste goed’. In het land der blinden is éénoog koning... en langzamerhand gaan onze ogen weer open voor de geestelijke wereld, dus moet éénoog van zijn troon af.

Hoe drukken die oude programmeringen zich uit in het dagelijks leven? Bij iedereen anders, dat hangt namelijk af van de individuele wegen die je ziel bewandeld heeft. Maar iedereen zal wel iets herkennen van de volgende opsomming: Ik moet doen wat anderen van mij verwachten, anders vinden ze mij niet meer aardig. Ik moet werk doen wat ik niet leuk vind, want van wat ik wel leuk vind kan ik niet leven. Als ik niet doe wat mijn familie wil, ben ik eenzaam en verloren. Als ik een ander zijn zin geef word ik gelukkig. Als er iets vervelends gebeurt in mijn leven heb ik iets niet goed gedaan. Ik zal nooit gelukkig worden, dat verdien ik niet. Het leven is lijden. Ik ben het niet waard om geliefd te worden. Het is beter om te geven dan te ontvangen. Als ik doe wat ik echt wil verlies ik mijn partner. Als ik goed voor mijzelf zorg ben ik een egoïst. Ik mag niet trots zijn op mijzelf want dan ben ik arrogant. Ik mag geen nee zeggen want dat is niet aardig. Ik krijg niet zomaar wat ik nodig heb, daar moet ik hard voor ploeteren. Ik moet altijd iets nuttigs doen. Ik mag pas genieten als ik dat verdiend heb... Je weet er vast zelf nog een paar en ze komen allemaal neer op: Ik ben niet goed genoeg. En de grap is: zolang wij ons identificeren met ons denkvermogen is dat nog waar ook. Dan zijn we inderdaad gemankeerd en zitten we gevangen binnen de benauwde grenzen van ons aardse denken.

Al deze oude gedachtepatronen en gewoontes is dus software die niet meer past binnen het nieuwe besturingssysteem. En daarom hebben we er steeds meer last van. Alles wat niet meer past binnen het nieuwe besturingssysteem begint te wrikken en te wringen en wil losgelaten worden. Ons oude systeem zegt nu: je moet dit transformeren, je moet er doorheen, je moet er iets mee. Het nieuwe systeem zegt: loslaten die handel, je hebt er niks meer aan. Het heeft je gediend maar is nu niet meer van toepassing. Ja, maar, zegt dan het oude systeem, dat kan toch niet? Ik ben toch nog niet goed genoeg, ik moet er toch juist iets van leren? En dan laat het nieuwe systeem je het volgende zien: een koelkast, die helemaal vol staat met lege melkpakken. Uit al die melkpakken heb je de melk gehaald. Je krijgt er geen druppel meer uit. En er kan niks meer bij, koelkast is vol.

Zou je durven geloven dat je oude patronen en overtuigingen lege melkpakken zijn die je weg mag gooien? Zodat er wat verse boodschappen in je koelkast kunnen? Zou je durven geloven dat je er niks meer mee hoeft, laat staan móet? Van wie zou je moeten? Van een hogere macht, van God? Dat ben jij. Kan je geloven dat JIJ in staat bent om het los te laten? Dat jij hier, nu kunt besluiten om het anders te gaan doen? En dat je het niet alleen kúnt maar dat het zelfs de bedoeling is?? Het is voor ons hoofd zo moeilijk te bevatten dat dat echt waar is. ‘Ja maar... ja maar... hoe moet het dán?’ roept je hoofd. Want je hoofd wil altijd graag van te voren weten hoe het zal gaan en wat je moet doen om ervoor te zorgen dat er niks ‘mis’ gaat. Het nieuwe systeem zegt: durf het oude te laten gaan zonder dat je weet hoe het dan wel gaat. ‘Ja maar, als ik dat zomaar loslaat dan leer ik toch niks meer,’ reageert je hoofd nu. En dan kan je geest je hoofd geruststellen: Natuurlijk blijf je leren en ontwikkelen, dat zullen we altijd blijven doen, alleen gaan we dat in de nieuwe tijd op een heel andere manier doen. En de oude patronen en overtuigingen beginnen de groei nu juist in de weg zitten. Je voelt het direct, als zo’n oud programma draait. Dat zijn de momenten dat je je K voelt: eenzaam, verdrietig, onmachtig, gekwetst. Sta dan stil en vraag jezelf hardop ‘wil IK dit?’ Als het antwoord ‘nee’ is en je kunt echt voelen dat je dit niet wilt, dan gebeurt er een klein wondertje. Je mag ook ‘ja’ zeggen. Je hebt tenslotte een vrije keus. Maar hou in elk geval op te denken dat je het niet kunt of dat je niet te kiezen hébt, want dat is een sprookje van je hoofd. Het is je oude programmering die dat zegt, die je klein en onmachtig maakt.

Dit vraagt iets wat ons hoofd moeilijk vindt: gelóven dat het waar is. Ons hoofd wil zeker weten; gelóven doe je in iets wat je niet zeker weet. Geloven is iets wat we in de afgelopen ontwikkelingsperiode hebben gedaan om ons aan van buiten af opgelegde wetten te houden. En geloven deden we dan in een hogere macht die buiten onszelf lag. Nu blijkt dat wij zelf die hogere macht zijn. Dus: durf je in jeZelf te geloven? Durf je jeZelf te geloven? En weet je... geloven betekent eigenlijk: vertrouwen.


~ wordt vervolgd ~

1 opmerking:

Anoniem zei

GELOVEN.
Iemands hersens zijn verdeeld in
een linker en een rechter helft.
Dit is om afwegingen te kunnen maken en beslissingen te nemen.
Je rechter hersenhelft behandelt
de goedheid, dus wanneer de goedheid preveleert boven het linker deel dan neem je voor je geweten de goede beslissing.
Dit is in wezen de GO(E)D,waarin je gelooft. Je looft in zekere zin je rechtschapenheid.