Ontmoetingen vinden plaats in het midden. Je
bent ieder verantwoordelijk voor 50% van de relatie, voor 50% van de ruimte die
je met elkaar deelt. Soms ben je aan het begin van een nieuwe relatie geneigd
om de ander meer ruimte te geven en jezelf iets terug te houden. Omdat je die
ander zo lief en zo leuk vindt. Je bent wat toegeeflijker en wilt er niet
direct bovenop zitten, misschien omdat je bang bent dat die ander je dan niet
meer leuk zal vinden. En hoewel dit voortkomt uit positieve gevoelens is het
een recept voor ongeluk. Als je ermee doorgaat leidt het uiteindelijk tot zeer
negatieve gevoelens naar diezelfde persoon.
Stel je de energetische ruimte die je samen
deelt voor als een kamer in een huis. En je laat de ander meer ruimte innemen
dan de helft. Je houdt jezelf terug en omdat je het de ander naar de zin wil
maken geef je hem (of haar) nog wat meer ruimte. Uiteindelijk zit jij
opgevouwen in een hoekje en de ander heeft de rest van de ruimte. Gaandeweg
begin je je benauwd te voelen, je hebt bijna geen bewegingsruimte meer, je
voelt je gevangen in deze kamer, je kunt geen kant meer op. En dan wordt je
boos... op die ander. Je gaat het hem (of haar) kwalijk nemen dat hij zo veel
ruimte inneemt. Of beter gezegd: dat jij zo weinig ruimte hebt. Maar eigenlijk
ben je boos op jezelf. Je hebt niet genoeg van jezelf gehouden en jezelf niet
de ruimte gegeven die je nodig had. En je kan het die ander kwalijk nemen dat
hij jou die ruimte niet gaf, maar jij hebt het steeds weggegeven. Hoe mooi het
ook lijkt dat je een ander zo lief vind, als je niet voldoende van jezelf
houdt, blijft er te weinig voor jou over. En dat houdt geen stand in een
relatie.
Relaties lijken te gaan over liefde voor een
ander. Ze gaan echter over liefde voor jezelf. En hoe meer liefde voor jezelf,
hoe meer je te geven hebt. Energetisch wordt dan de ruimte groter, valt er meer
te verdelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten