zaterdag, april 22, 2006

Opvoeding 6: Zeg niks wat je niet waar kunt maken

Met onze oudste twee had ik het makkelijk. Daar kwam ik pas achter toen Quinten geboren werd. Allerlei dingen die bij Camiel en Wrister vanzelf gingen, moest ik hem leren. En aangezien het nogal een excentriek en energiek exemplaar is met een uitgesproken eigen wil, kwam ik regelmatig in situaties terecht waarin ik in mezelf uitriep: dit wil ik helemaal niet!

Camiel en Wrister waren, zo klein als ze waren, altijd wel voor rede vatbaar. Bij Quinten moest ik gaan dreigen: als je niet..., dan... Had ik helemaal geen zin in. Hij rammelde constant aan mijn grenzen, en ook daar had ik helemaal geen zin in. Regelmatig voelde ik me tot aan die grens gedreven en dan ga je rare dingen roepen. "Als je nu niet komt, gaan we zonder jou weg!" Maar ja, je weet natuurlijk zelf ook wel dat je een kind van 3 niet alleen thuis laat. En dat wist hij ook.

Door hem heb ik twee belangrijke dingen geleerd: niets zeggen wat je niet waar kunt maken én consequent zijn. Dus alles wat je zegt ook dóen. En dat is niet altijd makkelijk. Dreinen en traineren bij het uitkleden-tandenpoetsen-plassen voor het naar bed gaan. Uiteindelijk zeg je dan: als je nu niet naar de wc gaat lees ik niet voor. Dan gaat hij niet en mag je dus niet voorlezen. Huilen in bed. Natuurlijk wil hij toch een verhaaltje. En dan niet smelten en overstag gaan. Dat is moeilijk. Dat doet zeer!

Het aardige is dat ik ontdekte dat ik het aan hem uit kon leggen. Ik vertelde hem dat als ik nu tóch een verhaaltje zou voorlezen, hij zou denken "oh, mama roept maar wat, ze meent het toch niet, dus ik kan gewoon doen wat ik wil". Dat ik hem dan juist zou leren níet te luisteren en dat we het dan elke avond erg vervelend zouden krijgen met elkaar. Hij keek me aan, hield op met dreinen om een verhaaltje en ging slapen.

Zo hebben wij thuis ook een opruimregel: als er opgeruimd moet worden en ze gaan vervolgens iets anders doen omdat ze klaar zijn, gooi ik alles weg wat is blijven liggen. Ze weten dat ik dat ook echt doe (ja, ook die nieuwe kleurdoos). En het werkt. Het is niet makkelijk om consequent te zijn, maar het werkt wel. Je kinderen nemen je daardoor serieus - want je neemt jezelf serieus. Het machteloze geschreeuw en gedreig is niet meer nodig.

Quinten is trouwens nooit voor een gat te vangen. Op een zondag moest er opgeruimd worden. Hij had lustig zitten knutselen en de hele vloer lag vol. Toen hij kwam melden dat 'ie klaar was, waren inderdaad al zijn spulletjes netjes opgeruimd. Maar de hele vloer lag nog vol met afval. "Ja, dat mag weg" zei hij. "Jij gooit toch alles weg wat blijft liggen?" De slimmerd.

donderdag, april 13, 2006

Opvoeding 5: wat bepaal je, wat niet?

In de tijd dat Camiel aan het proefzwemmen was voor zijn A-diploma, kwam hij een keer thuis met een spijkerrokje in plaats van zijn eigen korte broek. Quinten, die toen 3 was, was er helemaal weg van en trok het meteen aan. Ik had nog ergens een maillot, dus kon hij er ook de straat mee op. Dat was het begin van een periode van twee jaar waarin hij regelmatig jurken en rokken droeg. Toen hij vier werd en naar de basisschool ging, bleef hij ze dragen. Inmiddels had hij schouderlang blond haar, maar hij bleef een jongen: speldjes en andere typische 'meisjes-fliebeltjes' hield hij niet van en onder zijn paars-fluwelen bloemenjurk droeg hij kaplaarzen, anders "was het zo onhandig in de zandbak."

In die tijd kwamen diverse ouders naar mij toe om te zeggen dat ze het zo geweldig vonden dat ik hem dat liet doen. De eerste keer was ik verbaasd: ja, natuurlijk, waarom niet? Op die vraag kreeg ik nooit echt een antwoord. Het idee dat ik het niet toe zou staan was voor mij ondenkbaar. Waarom zou ik in godsnaam?

We hebben allemaal onze beelden, verlangens, ideeen over hoe we graag willen dat onze kinderen zijn of zullen worden. Daar is ook niks mis mee, want zonder verlangens en idealen kun je denk ik niet leven. Het probleem is alleen dat we veel van die wensen onbewust op onze kinderen plakken. En zonder dat we het in de gaten hebben, duwen en sturen we onze kinderen dan in een richting die wij graag willen. Maar is dat ook wat je kind wil?

De vraag is natuurlijk, waar ligt de grens tussen je kind laten doen wat hij wil en hem opvoeden. Want enerzijds wil je dat ze zichzelf kunnen zijn, anderzijds heb je als opvoeder ook de verantwoordelijkheid. Ik gebruik daarom als sleutel altijd de volgende vraag: wie draait er op voor de consequenties? Dat blijkt in de praktijk goed te werken.

Als ze naar buiten willen zonder jas terwijl het bar koud is, dan verbied ik het. Want als ze ziek worden zit ik met de gebakken peren. Maar naar school in een jurk? Prima. Wil ik dat mijn kind bepaalde kleren niet aantrekt en andere juist wel? Hoezo? Voor wie doe ik dat? Omdat ik mij schaam als hij er niet bij loopt volgens de heersende kledingcode? Dan doe ik dat niet voor mijn kind, maar voor mijzelf. En geef ik mijn kind de boodschap: wat jij wilt is niet goed. Dat is nogal wat.

Natuurlijk wil je graag dat je kind er leuk uitziet, dat 'ie geaccepteerd wordt, dat 'ie erbij hoort. Maar als dat betekent dat 'ie zichzelf niet kan zijn, wat leer je hem dan? Dat hij niet op zichzelf kan vertrouwen. En zelfvertrouwen – er mogen zijn zoals je bent – is toch wel een van de belangrijkste dingen die je je kind mee kunt geven.

Zoals Camiel, die in groep 5 eens naar school ging in een wollen legging met daarover een trui. Hij werd uitgelachen door een jongen in zijn klas. Wat heb je gezegd toen hij lachte, vroeg ik hem. "Het gaat niet om hoe het hoort, maar om wat je leuk vindt" had hij geantwoord. En op mijn vraag wat hij nu ging doen zei hij: "morgen weer aantrekken". Ik was trots op hem. Zelfvertrouwen maakt dat je zelf durft te bepalen wat je doet. Als je je oren naar anderen laat hangen wordt je gek: zoveel mensen, zoveel meningen. En welke moet je dan kiezen?

vrijdag, april 07, 2006

Opvoeding 4: wat moet er allemaal?

Kinderen willen van alles. En vaak: wat andere kinderen ook doen. Zo hebben wij het onderwerp 'de voetbal'. Nu heb ik een vreselijke hekel aan voetbal, dat wil zeggen, aan de sfeer er omheen. Ik vind het leuk om met z'n allen naar het Nederlands elftal te kijken; competitievoetbal interesseert me geen bal; maar aan de sfeer op voetbalvelden en aan 'voetbalvolk' heb ik ronduit een hekel.

Twee van onze jongens wilden graag op voetbal. Ik zag het al helemaal voor me: kunnen we eindelijk een beetje uitslapen in het weekend - na jaren van tropentijden - mag je op zaterdagmorgen vroeg op een voetbalveld gaan staan. Liefst in de regen. Brrrr. Ik moest er niet aan denken. En dan ook nog verplicht bardienst draaien enzo. Alleen al bij het idee voelde ik me doodongelukkig.

Dan heb je dus een dilemma: je kind wil iets graag wat jij ontzettend niet wilt.

Allerlei vragen had ik: In hoeverre sta ik 'in dienst' van mijn kinderen? Hoe zwaar weegt de druk van buitenaf? Want kinderen hebben tegenwoordig een drukke agenda: sport, muziek, toneel, dans, en graag ook nog iets creatiefs met je handen in een of ander atelier. En ouders worden een soort veredelde taxichauffeurs. Daar had ik dus helemaal geen zin in. Maar, mocht ik mijn weerzin zwaarder laten wegen dan de wens van mijn kind? En een andere vraag: in hoeverre wilden ze zelf? Of was het meer: de anderen doen het dus ik wil ook? En: wat kinderen willen is een ding, maar hoeveel van wat de kinderen doen, is eigenlijk wat de ouders willen? In mijn eigen 'opvoedingspakket' bijvoorbeeld was muziek een standaard onderdeel. Ik heb dat niet altijd als prettig ervaren. Bij mijn eigen kinderen heb ik dus de houding aangenomen: niks moet, als ze iets willen dan hoor ik het wel.

Daarmee kwam een opening in het dilemma: mijn kinderen moeten niks, maar waarom ga ik met mezelf niet net zo om als met mijn kinderen? Waarom moet ik zelf wel van alles? En wat gebeurt er als je dingen doet omdat ze moeten? Dan wil je er iets voor terug, om de boel weer in balans te krijgen. Dan krijg je een raar soort 'voor wat hoort wat' relatie met je kind. Ga je ongemerkt een boekhouding bijhouden. Als je iets doet wat je wilt dan hoeft dat niet, want dan 'kost' het je niet.

Dus ik heb ze verteld hoe erg ik het zou vinden om daar op zaterdagmorgen te moeten staan. Dat ik graag dingen voor ze wil doen, maar geen dingen die ik zelf heel verschrikkelijk vind. Dat begrepen ze, maar ze vonden het natuurlijk niet leuk. En dat heb ik nog vaak gevoeld - schuldgevoel! - en dat heb je dan te verdragen, want het is de consequentie van je keuze. Maar steeds wist ik ook: als ik meer geef dan ik kan, dus zonder er iets voor terug te hoeven, ga ik er zelf aan onderdoor en heeft niemand meer iets aan me.

Toch ontlastte het me wel toen de jongste zei: 'Goh mam, eigenlijk ben ik helemaal geen voetballer. Ik wilde het alleen maar omdat alle jongens in mijn klas erop zitten.' Misschien had ik anders besloten als ik het gevoel had gehad dat hij wel een echte voetballer was?

zondag, april 02, 2006

Wat is gidswerk eigenlijk?

Gidswerk betekent dat ik je help je weg te vinden in de geestelijke werkelijkheid die van invloed is op je aardse leven. Uitgangspunt daarbij zijn de vragen die jij hebt. Deze leggen we voor aan de geestelijke wereld en wat er daarna gebeurt is altijd een verrassing – ook voor mij.

Soms verschijnen er geestelijke wezens die mij vertellen en laten zien wat er in je leven aan de hand is, andere keren komt de benodigde informatie rechtstreeks bij mij binnen vanuit het collectieve geheugen (de akasha-kroniek, zeg maar de grote bibliotheek in de geestelijke wereld waarin de hele wereldgeschiedenis is opgeslagen). De wezens die verschijnen kunnen van allerlei pluimage zijn. Soms zijn het overledenen die je in dit leven gekend hebt, soms zijn het leden van je ‘geestelijke familie’, er kunnen zich engelwezens aandienen en andere keren verloopt de communicatie via mijn eigen gidsen en begeleiders.

Ook hoe we tijdens de sessie aan het werk gaan is elke keer verschillend. Elk mens is tenslotte uniek. Standaard benaderingen en oplossingen heb ik nog nooit meegemaakt. Om je toch een indruk te geven van wat er zoal kan gebeuren, hieronder wat voorbeelden.
  • Er kunnen knelpunten liggen in het onbewuste verleden. Dit verleden kan zowel je vroege jeugd als een vorig leven betreffen. Je helpers, begeleiders en dierbaren in de geestelijke wereld vertellen mij op welke manier deze informatie het beste voor jou ervaarbaar gemaakt kan worden. Bij de één gebeurt dat d.m.v. een regressie, bij de ander simpelweg door het verstrekken van informatie.
  • Het komt voor dat er onaffe kwesties zijn met overledenen. Vaak heb je zelf niet in de gaten dat daar de schoen wringt, maar in zo'n geval vindt een uitwisseling plaats met de overledene en kunnen bepaalde zaken uitgewerkt worden, zodat beide partijen weer verder kunnen (want dat geldt evenzeer voor de overledene: aan de andere kant leef en ontwikkel je je ook!).
  • Je huidige relaties (werk of intiem) kunnen je in de weg lijken te staan om de stappen te nemen die nodig zijn om je gelukkig* te voelen en te doen wat bij je past. Vaak liggen daar oude patronen aan ten grondslag die je in de huidige relatie hebt ingepast. We gaan dan door die onderliggende, verborgen patronen heen zodat je ze kunt gaan waarnemen, voelen en herkennen en vervolgens, als je dat wilt, de beslissingen kunt nemen die nodig zijn om dat te veranderen.
  • In deze tijd zijn veel mensen op zoek naar hun kwaliteiten: wat heb ik de wereld te bieden? Soms heb je zelf niet in de gaten dat je gaven hebt en dat het je bedoeling is daarmee aan het werk te gaan. Informatie, oefening en healing kunnen je helpen hiermee aan de slag te gaan in het dagelijkse leven.
  • Sommige mensen hebben last van plaaggeesten. Deze kunnen onverklaarbare klachten veroorzaken, klachten waarbij tot nu toe geen enkele remedie uitkomst heeft geboden. Als dat het geval is gaan we aan de slag om jullie van elkaar los te krijgen, zodat jullie beiden verder kunnen. 


Omdat in de geestelijke wereld precies geweten wordt wat er aan de hand is en precies de juiste toon en snaar wordt geraakt, komen de meeste mensen maar één keer bij mij in de praktijk. Dan is het betreffende vraagstuk opgelost en kunnen ze weer verder. Anderen worden juist aangestoken door de wereld die voor hen open is gegaan en willen die graag verder verkennen en in hun leven gaan gebruiken. In dat geval kunnen we verder met spirituele coaching: gesprekken die we met meer dan 2 personen voeren, want de geestelijke wereld spreekt via mij ook mee.

 


*je 'gelukkig' voelen is voor mij niet hetzelfde als je prettig voelen. Je gelukkig voelen is volgens mij dat je je op je plaats voelt in je leven, dat het leven dat je leidt jouw leven is,voortkomend uit jouw keuzes, met alle lief en leed dat daarbij hoort.

Laatst bijgewerkt: dec.2011