Naar aanleiding van het programma 'jouw vrouw, mijn vrouw' hadden we het er aan tafel over wie ze wel een weekje in huis zouden willen hebben als moeder. Nou, als het dan echt móest (ik begon al te glimmen) dan wist Quinten wel iemand. Waarom die? Omdat die het volgens hem wel ongeveer op dezelfde manier zou doen als ik (glimglim!). Welke manier is dat dan? "Nou," zei Quinten "die moeder is streng maar toch lief."
Ik zat helemaal te stralen, da's duidelijk. …én het heeft me bezig gehouden. Want ik weet dat ik juist Quinten behoorlijk op z'n huid kan zitten. Dat ik 'm vaak corrigeer, dat ik veel gesprekken met hem heb waarin ik hem dingen uit moet leggen en bespreek hoe hij het anders kan doen. Kortom: hij heeft bepaald geen 'makkelijke' moeder aan mij. Ik laat hem niet ongebreideld z'n gang gaan, wat een stuk makkelijker voor hem zou zijn. En blijkbaar waardeert 'ie dat.
Ik heb het al vaker gemerkt bij kinderen, dat ze je het in dank afnemen als je 'streng' bent. En dan heb ik het niet alleen over mijn eigen kinderen, want die zijn mij natuurlijk gewend, dus die weten niet beter. Ook op school heb ik het gemerkt. Als bibliotheek-moeder en begeleider van schoolreisjes, kamp, e.d. heb ik regelmatig met andere kinderen te maken. Met hen ga ik hetzelfde om als met mijn eigen kinderen. Ik weet dat ik 'streng' kan zijn, en regelmatig kijkt een kind mij dan ook bevreemd aan. Met zo'n blik van 'hé, wat gebeurt me nu, dat ben ik niet gewend'. Daardoor heb ik heel lang gedacht dat ze mij vast niet zo'n aardige moeder vinden. Een bemoeial, die je altijd wel iets wil uitleggen of leren en waar je liever bij uit de buurt blijft. Dat vond ik niet leuk, maar het hoort nu eenmaal bij opvoeden dat je soms ingrijpt of impopulaire maatregelen neemt, dat je ze niet altijd hun zin geeft. Daar hoort dus ook bij dat ze je niet altijd aardig vinden. Daar moet je tegen kunnen als opvoeder, vind ik.
Dat idee – dat de kinderen op school mij niet zo leuk zouden vinden – heb ik lang gehad. Tot op een zaterdagochtend bij ons de bel ging. Een jongen van school, laten we hem even Paul noemen, hing hijgend van het rennen aan de bel met in zijn kielzog een woedende winkelier. Paul had een rookbom de winkel in gegooid. Ik was er niet en toen André en de kinderen mij later verslag deden, vroeg ik aan Wrister waarom Paul toch in godsnaam bij ons zijn toevlucht had gezocht: zijn eigen huis was een stuk dichter bij die winkel. "Hij kwam voor jou" zei Wrister. Voor mij? "Ja, want jij kan heel goed problemen oplossen." Ik zei dat ik dacht dat de kinderen op school mij niet zo aardig vonden, en al helemaal niet zo'n 'troublemaker' als Paul, waar ik me vaak mee bemoeid had. "Juist wel," zei Wrister "de kinderen in mijn klas zeggen altijd dat ze het fijn vinden als jij ergens mee naartoe gaat. Want weet je, jij wordt niet gelijk boos als je iets gedaan hebt, maar jij hélpt, om het op te lossen." En dat is waar: ik zeg nooit alleen maar 'nee', ik doe altijd mijn best om samen een 'hoe dan wel' te zoeken.
Heb ik me toch al die jaren vergist: niet of je streng bent, vaak 'nee' zegt of wel of niet populair doet blijft bij ze hangen, maar de echte aandacht die je ze geeft. Toch prettig om te weten als opvoeder.
1 opmerking:
Beste Leonne,
Ook uit dit stukje herken ik weer veel uit mijn eigen basisschooltijd. Bij ons werden de strenge ouders achteraf toch wel meer gerespecteerd dan ouders die alleen maar lief waren. De meeste kinderen hadden wel zo'n strenge aanpak nodig. Ik dus niet. Ik ben nu bijna 15 en erg sociaal maar dat was een paar jaar geleden wel anders. Toen ik op de basisschool zat was ik vooral erg stil en verlegen. En het allerergste aan school vond ik toch wel....strenge ouders die het allemaal beter leken te weten. Stil was ik misscien wel, maar ik was vooral erg eigenwijs. En toen was ik (nu nog steeds) bijna altijd overtuigd van mijn eigen gelijk. Dat zorgde er soms ook voor dat ik dingen deed die niet helemaal door de beugel konden. Maar als ik dan werd aangesproeken door een of andere strenge bieb-moeder, schrok ik me dood. En als ze me dan achteraf kwamen vertellen wat ik fout had gedaan, wilde ik het liefst wegrennen. Een strenge aanpak werkt dus niet bij ieder kind dat wat fout doet. Maar ja in dat opzicht was ik best wel "kinderachtig". Strenge ouders werden door mij al helamaal nooit aardig gevonden en een tweede kans kregen ze ook niet. En nu nog steeds worden huizen van vrienden en vriendinnen met strenge ouders door mij ontweken. Maar later zal ik me denk ik precies hetzelfde gaan gedragen als de toen zo ontzettend verveldende bieb-moeder van groep 8. Gelukkig heb ik nog tijd genoeg om volwassen te worden.
Groetjes, Tessa
Een reactie posten