In de tijd dat je kinderen krijgt zijn er altijd wel mensen die je ontmoet en waarmee je contact hebt puur en alleen doordat je tegelijkertijd kinderen krijgt. Zo kende ik in die tijd de echtgenote van een collega die op ongeveer dezelfde tijd haar eerste kind kreeg als ik. Allebei kregen we een jongen.
In de periode dat de jongens gingen lopen, was ik een keer bij haar op de koffie. Hun eerste wankele stappen hadden ze al achter de rug; inmiddels konden ze een wandeling van zo'n 10 stappen maken. Doelbewust ergens naartoe.
Wij zaten gezellig koffie te drinken, de jongens waren lekker aan het spelen en rondhobbelen, afwisselend lopend en kruipend. Hoewel, gezellig, mijn vriendin zat geen seconde rustig op haar stoel, druk als ze het had met continu de weg vrijmaken voor haar zoon en voorkomen dat er iets mis zou gaan.
Op een bepaald moment wil Camiel, mijn zoon, van de stoel waar ik zat naar de andere kant van de kamer lopen om daar iets van de bank te pakken. Halverwege staat echter een tafel op hoofdhoogte. Je snapt het al: je voorziet dat hij daar tegenaan gaat lopen. Wat doe je op zo'n moment?
Ik dacht daar verder niet bewust over na, ik bleef in mijn stoel zitten en Camiel liep met zijn hoofd tegen de tafel. Ik werd me mijn keuze om niet in te grijpen pas bewust op het moment dat mijn vriendin verschrikt uitriep dat dit toch echt niet kon. Ze vond me hard en ze vond het gemeen.
In eerste instantie ga je aan jezelf twijfelen en ik heb er lang over nagedacht. Ik observeerde mezelf en merkte dat ik dit consequent zo deed. Was ik gemeen?
Een mens leert door vallen en opstaan en vooral: door eigen ervaringen. Ik kan mijn kinderen behoeden zich pijn te doen – en soms doe je dat ook als het gevaarlijke situaties met zich meebrengt die een kind niet kan overzien – maar het is ook een kunst om je kinderen te laten leren. Dat betekent dat je soms iets mis laat gaan, waardoor ze uit eigen ervaring ondervinden dat ze daarop moeten letten of het de volgende keer beter anders kunnen doen. Als je het consequent probeert te voorkomen, leert je kind niets en blijf jij rennen.
Het is niet alleen een kunst om dingen mis te durven laten gaan, het is ook liefdevol om je kind de ruimte te geven om iets te leren. En zolang je er als volwassene bij bent, de risico's inschat en je kind troost als het 'mis' is gegaan, geef je je kind iets mee voor het leven: ik mag fouten maken om te leren en als het mis gaat ben ik veilig.
Mijn vriendin heeft waarschijnlijk nog jaren achter haar kind aangerend. Mij heeft ze een geschenk gegeven: door haar opmerking ben ik me van deze verantwoordelijkheid - mijn kinderen fouten te durven laten maken - bewust geworden en heb ik het nog veelvuldig gedaan. Mijn kinderen zijn inmiddels bijzonder zelfstandig.
7 opmerkingen:
Lieve Leonne,
wat fijn dat je mij en anderen uitnodigt om deel uit te maken van je leven en er op te reageren. Bij deze doe ik dat ook graag.
Want o, hoe herkenbaar is voor mij jouw geschreven tekst over fouten mogen maken. Ik deel jouw mening over het fouten mogen maken en daaruit leren. Dat is waar het voor mij op neerkomt. Zowel voor volwassenen (want ook wij worden nog steeds opgevoed door anderen en onszelf) als voor kinderen. Voor kinderen uit zich dit wat meer in de fysieke vorm zoals vallen, stoten en dergelijke, maar ligt weldegelijk in dezelfde lijn is mijn opvatting.
Waar mijn houding in deze is ontstaan, weet ik niet. Misschien daar waar ik hem zelf niet gekregen heb. Maar in mijn leven met kinderen is dit wel de houding die ik nastreef. Sommigen staan hier met open mond naar te kijken. Verbaasd over zoveel botheid. In mijn ogen is het vertrouwen hebben in wat kinderen kunnen. Vertrouwen in dat zij en ik weten wat te doen als het even wat minder makkelijk gaat. En dit vertrouwen ervaren hoeven kinderen niet alleen te doen; ik sta erbij, niet om te behoeden dat ze vallen, maar ze te troosten en te helpen begrijpen wat er gebeurt. Zodat zij zelf in staat zijn om een volgende keer of een van de keren daarna het zelf te doen met behulp van zelfvertrouwen. Het mooie is dat je kinderen ziet groeien. En als kinderen deze houding niet gewend zijn ook heel verbaasd kunnen zijn over de RUIMTE die ze krijgen. Er gaat letterlijk een wereld voor ze open.
En dat is wat ik graag voor de mensheid wil; dat er een (andere) wereld voor ze open gaat.
Lieve groet,
Eveline
Ook ik ben van mening dat kinderen kunnen leren van hun fouten. Heb dat ook zo veel als mogelijk toegepast tijdens de opvoeding van mijn kinderen. Toch zou ik niet zo gauw een kind letterlijk zijn hoofd laten stoten, zoals Leonne heeft meegemaakt met Camiel. Ik zou toch wel eerst gewezen hebben op de zgn "gevaren", als je niet uitkijkt dan... Ik denk dat ik een redelijk midden heb gekozen bij de opvoeding van mijn kinderen. Dus enerzijds wel die ruimte geven om je hoofd te stoten, letterlijk en figuurlijk, anderzijds heb ik ze altijd wel van te voren gewaarschuwd. En dan alsnog getroost als dat nodig was, of gestraft.
Ik heb inmiddels de ervaring dat sommige kinderen NIET leren van hun pijnlijke ervaringen, Die lopen a.h.w. op het snijvlak van goed en kwaad. Die blijven uitdagen en het lot tarten. En dat kan hele grote concequenties hebben voor het leven van je kind, maar ook voor je eigen leven.
Ik zit nu in een fase van loslaten en dat valt helemaal niet mee.
Mijn zoon is 22 jaar oud, is 3x uit huis gegaan en is 2x terug gekomen omdat het niet goed ging. Ik heb hem gewaarschuwd dat als hij nu weer op kamers zou gaan, dat er geen weg meer terug zou zijn naar ons huis. Hij ging akkoord. Het ging weer niet goed, hij wil of kan niet alleen zijn, wil of kan niet voor zichzelf zorgen.
Wil terug naar huis, probeert dat ook in onze vakantie.
Hij gaat hier gewoon slapen en eet de koelkast leeg. Zijn broertje die nog thuis woont wordt boos en zegt dat hij naar zijn eigen huis moet gaan.
Hij vernielt een aantal dingen in huis, trapt een tafel kapot, het badkamerkastje wordt vernield, de kamer van zijn broertje wodrt volkomen overhoop gehaald en de inhoud van de voorraadkast beland op de vloer in de gang.
Als wij thuis komen van vakantie en deze ellende aanhoren zijn wij ontdaan. Zo ken ik mijn kind niet. Dat kind dat altijd zo aan mij hing, die ik altijd kon corrigeren. Daar moet wat anders achter zitten.
De volgende dag meldt hij zich en vraagt om geld. Ik weiger.
Het gevolg: een ingetrapte voordeur en een grote steen door het raam.
Frustratie, onder invloed van drugd/drank, maar vooral woede dat ik NEE bleef zeggen.
Je gaat twijfelen aan jezelf, heb ik niet tevaak toegegeven.
Nee, zeggen de anderen kinderen, wij wisten altijd precies waar we aan toe waren. Je hebt ons veel ruimte gegeven om te experimenteren, we mochten " op ons bek gaan" en je was er als dat nodig was.
Ik vraag me af waarom het met 3 kinderen wel goed gaat en met 1 niet. Waarom is voor die ene alles wat je gedaan hebt fout en slecht en zit hij vol wrok en verwijten, terwijl de anderen 3 vinden dat ze uit een heel fijn, warm gezin komen.
Ik denk dat je altijd per kind moet bekijken wat je doet, hoe je reageert. Bij het ene kind zal je wat meer ruimte kunnen geven dan bij de andere.
Maar voordat je daar achter bent, ben je een flink anatal jaren verder.
Maar zo is het leven. Een mens leert iedere dag van zijn fouten.
Maar helaas geldt dat niet voor iedereen.
Opvoeden is een boeiend vak.
Yvonne
Ik ben het helemaal met Yvonne eens "dat je altijd per kind moet bekijken wat je doet, hoe je reageert". Een van de stukjes die volgen gaat daarover (nr. 7). Wat voor drie kinderen uit je gezin perfect kan hebben gewerkt, kan voor 1 kind heel anders uitgepakt hebben... er zijn dus geen standaard-oplossingen of methodes. In deze tijd is alles individueel. Elk kind (mens) vraagt iets anders van je. Het gaat dus ook niet over goed of fout, want dat is per situatie verschillend. Wat voor het ene kind goed is, kan voor het andere kind helemaal niet goed zijn. Dat maakt het er niet makkelijker op, wel boeiend. Daarom vind ik opvoeden ook een vak, en niets iets wat je er even bij doet. Het gaat om constante aandacht en bewustzijn voor wat er nodig is.
Dat geldt trouwens niet alleen voor opvoeden, maar gaat in toenemende mate op voor de hele maatschappij: automatische piloten en standaard oplossingen, methodes of systemen werken steeds minder.
Een paar jaar geleden maakte ik kennis met Léonne´s manier van opvoeden en vond die na beschouwing eigenlijk heel logisch, praktisch, respectvol en helder. Toen hoopte ik dat ze (ooit) een boek zou gaan schrijven over opvoeden. Voor advies over ´opvoedkundige vraagstukken´ zou ik namelijk graag bij Léonne ´aankloppen´.
Ik ben dan ook ontzettend blij dat ze haar opvoed-ervaring via deze columns ´wereldkundig´ maakt. Wereldkundig klinkt hier wellicht wat groot; maar ik ben er van overtuigd dát t ook zo groot is. Dát de invloed van opvoeding op onze wereld enorm groot is. Kinderen bepalen immers (mede) de toekomst van onze maatschappij.
Léonne´s columns over opvoeden zullen absoluut iets in je los maken. Haar vernieuwende kijk op de omgang met kinderen zal je zeker aan het denken zetten over je eigen opvattingen op dit gebied. De columns ´verhalen´ over zeer herkenbare situaties, niet alleen voor ouders/opvoeders, maar voor elke lezer omdat iedereen kind is geweest en een opvoeding heeft ´genoten´.
Zelf ben ik (nog) geen moeder. Wél tante van drie (totaal verschillende) kinderen van 3, 7 en 11 jaar, en heb ik altijd veel opgepast. Met een ´beschermde´ opvoeding achter de rug kan ik het belang van het ´fout´ durven laten gaan onderstrepen. Een groot geschenk geef je je kind als het de ruimte krijgt om in een veilige omgeving te leren, daarbij zijn/haar eigenheid respecterend.
Ik rijd met zoonlief van zes-en-een-half door Den Haag, waarbij hij rakelings langs de achteruitkijkspiegeltjes raast en vrolijk slingerend vertelt over zijn dagelijkse beslommeringen. Het beeld dat dan onbewust in me opkomt is hoe hij al twee keer eerder het spiegeltje wèl raakte en grandioos op het asfalt kletterde. Ik heb me moeten aanleren om niet te corrigeren, maar het risico te nemen dat hij een derde keer valt. Want ook ik vind dat je een kind zijn eigen fouten moet laten maken - binnen de ruimte die hij aankan.
Dan moet ik denken aan situationeel leiderschap: als je mensen aanstuurt, kijk dan eerst wat iemand nodig heeft. Is dat inhoudelijke uitleg, is dat ondersteuning, wellicht aanmoediging? Of is dat "gewoon even niets" omdat iemand die ruimte aankan - of kan leren van de fouten die er dan te maken zijn. Kern daarvan is dat je altijd goed inschat wat iemand nodig heeft, weet in hoeverre je kunt corrigeren als het fout gaat én inschat hoe groot de risico's zijn als het fout gaat.
Kijken wat iemand nodig heeft is makkelijker gezegd dan gedaan. Want iedereen heeft zijn voorkeurstijlen. De één laat mensen graag hun eigen weg zoeken, de ander wil graag uitgebreid begeleiden.
En dan kom ik bij mijn punt: volgens mij geldt voor opvoeden wat ook geldt voor situationeel leidinggeven: het lastigst is om teveel vast te blijven zitten in je voorkeurstijl. Altijd alleen maar loslaten en het "fout" durven laten gaan is niet handig, bijvoorbeeld als er auto's of afgronden in de buurt zijn. En te stevig willen beschermen is lang niet altijd nodig, bij te passeren autospiegeltjes bijvoorbeeld. Ergo: misschien is het moeilijks bij het opvoeden wel het eerlijk naar jezelf kijken en loslaten wat voor jou het makkelijkst is. En toch trouw blijven aan jezelf...
Maar, als blije uitsmijter: hoe je het ook doet, wat je voorkeurstijl ook moge zijn en hoe flexibel je daar dan ook al dan niet mee kunt omgaan: het belangrijkste is volgens mij dat je eerlijk en authentiek - en dus integer - handelt. Valt ook niet mee overigens, maar goed, da's voor een andere collumn...
Ik zie nog voor me hoe Wrister (toen 2 jaar) op een "gevaarlijk" muurtje in een tuin vol obstakels zijn balans zocht. Mijn eerste reactie was "pas op, mag hij dat wel?" Meteen werd ik door Eveline erop gewezen dat hij dat wel zou kunnen als wij als volwassenen er maar vertrouwen in zouden hebben. Deze kwestie heeft mij toen een middag bezig gehouden, later heb ik er veel aan gehad. Leuk om nu (8 jaar later en zelf drie kinderen rijker) te lezen hoe ieder dit bewustwordingsproces ervaart. Mijn ervaring is dat dit vertouwen in vallen en opstaan bij je eigen kinderen haast vanzelfsprekend is. Het is de kunst het ook bij alle andere kinderen om je heen te gebruiken!
Ja, daar snij je iets aan Veroniek. Jij hebt daar natuurlijk veel mee te maken als voormalig crecheleidster (van mijn kinderen) en nu juf (op de school 'van' mijn kinderen). Ik heb daar regelmatig over nagedacht: hoe doe je dit op school. Want er zijn natuurlijk altijd ouders die vinden dat alles voorkomen moet worden, dat een kind zich nog geen buil mag vallen (en die, als dat wel gebeurt, de school beschuldigen). Daaruit vloeien dan regels voort die vervolgens voor alle kinderen gelden, en die ik vaak te beschermend en beperkend vind. Als school zou je daar misschien een pedagogisch standpunt over in kunnen nemen ("vallen - in welke vorm dan ook - hoort erbij, het is de beste manier om te leren"), daarover van te voren duidelijk zijn tegen ouders, zodat ouders die daar anders over denken een school kunnen zoeken die beter bij hun opvatting past.
Een reactie posten