zondag, mei 07, 2006

Opvoeding 7: Ze zijn niet allemaal hetzelfde

Mijn moeder zei een keer tegen me: "Maar we hebben jullie allemaal hetzelfde opgevoed!" Ja, zo lijkt het te moeten: allemaal hetzelfde. Vreemd eigenlijk.

Want kinderen (mensen) zijn gelijkwaardig, ja, maar ze zijn niet hetzelfde. En dus ga je met elk kind anders om. Je merkt dat direct al, als ze net geboren zijn. Het ene kind roept iets heel anders in je op dan het andere. Ik ben bijvoorbeeld geen ontzettende 'knuffel-moeder'. Toch riep Quinten vanaf dag één knuffelneigingen in mij op. Dat lijfje riep er gewoon om aangeraakt te worden.

Nu gaat dat gevoelsmatig verschillend reageren op elk kind als vanzelf, maar als ze wat ouder worden krijg je te maken met meer praktische 'gelijkheids'-vragen: hoe laat naar bed, wanneer zelf naar school fietsen, zelfstandig ergens heen gaan, met vriendjes erop uit?

"Wanneer mag ik alleen naar school fietsen?" vroeg Quinten op een dag. Als je het kunt, antwoordde ik. "Hoe oud was Wrister toen hij het mocht?" Dat wist ik echt niet meer, want ik heb dat soort dingen nooit aan leeftijd verbonden. Ze mogen het als ze het kunnen, als ze eraan toe zijn of als het goed voor ze is. Zo komt het bij ons voor dat de een wel een snoepje mag nemen en de ander niet. Of dat Quinten later naar bed gaat dan Wrister. Want het ene kind heeft meer slaap nodig dan het andere. Dat weet je, dat zie je als moeder. Dan is het toch raar om bedtijd te verbinden aan leeftijd? Als ik dat zou doen, zou ik ze inderdaad gelijk behandelen, maar niet gelijkwáárdig. Want ik zou Wrister niet in zijn waarde laten als ik hem laat naar bed laat gaan, want daar kan hij niet tegen. En ik zou Quinten niet in zijn waarde laten als hij persé eerder naar bed moest als Wrister omdat hij toevallig jonger is, terwijl hij in een bepaalde periode minder slaap nodig had. Zelfs het zakgeld is bij ons niet gelijk. Toen Camiel 10 was kreeg hij meer zakgeld dan Wrister toen die 11 was. Maar ja, Camiel zat toen al in groep 8 en dan ga je er met je vrienden op uit, naar de bioscoop of zo.

We hebben er natuurlijk wel discussie over gehad. Er komt altijd een moment dat een van de kinderen zegt: "ja, maar die mocht het ook toen hij zo en zo oud was". Of een vergelijking met andere kinderen uit de klas, die iets mogen wat ze graag willen. Ik heb ze toen verteld dat ze ieder eigen mensen zijn, dat ze allemaal verschillend zijn, dat ik naar hen ieder kijk als aparte, unieke mensen en op basis daarvan beslis. Dat ik ze geen recht zou doen als ik met ieder hetzelfde om zou gaan. "Ik ga toch jou niet iets laten doen wat niet goed voor je is, wat je niet kunt of waar je niet aan toe bent? Of het je verbieden omdat het niet bij je leeftijd hoort terwijl je het wè l kunt? Dan zou ik je geen recht doen en je niet in je waarde laten. Dan zou ik mezelf een waarde-loze moeder vinden."

Dat begrepen ze, het werd zelfs ervaren als iets bijzonders: ze keken alsof ze een kadootje hadden gekregen. Sindsdien hebben we nooit meer 'maar-die-mag-het-ook!' discussies gehad. Ze vergelijken zichzelf niet meer met anderen; ze zijn hun eigen unieke zelf.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Hoi Leonne,
Je stukje riep een vraag bij me op. In hoeverre laat je ze hierin meedenken over wat goed voor ze is? En geef je ze dan inzicht in hun onderlinge verschillen of zien ze dat zelf?
Lieve groet,
Eveline

leonne zei

Ik laat ze hierin vrijwel altijd meedenken. Om uit de tegenstelling 'zij willen iets - ik zeg nee' te blijven en omdat ik het belangrijk vind dat ze zelf dingen in leren schatten en beslissen. Afhankelijk van of iets echt onverantwoord is of niet, besluiten we ook wel eens iets uit te proberen, iets wat zij graag willen en ik liever niet, om in de praktijk uit te vinden hoe het zit, en ook dat bespreken we dan daarna.
Ik merk dat het goed werkt als ze zelf meegedacht hebben over de uiteindelijke beslissing. Het is dan ook hun beslissing en het voorkomt dat je stellingen tegenover elkaar inneemt, die dan uiteindelijk meestal niet meer over de inhoud gaan, maar over 'je zin krijgen'. Dan kom je in een machtsstrijd en daar wil ik niet in.
Naast meepraten, leg ik ook veel uit en daarin komen de onderlinge verschillen als vanzelf aan de orde. Doordat daarover gepraat wordt, krijgen ze er oog voor en gaan ze die dus ook zelf zien. Laatst gebeurde dat nog toen Quinten een paar dagen van huis was. Wij genoten alle vier van de rust en Camiel benoemde dat, "maar oh" zei hij "wat zou het saai zijn he, als Quinten er niet was".